Functie
Toegang bieden tot brandblusmiddelen en communicatiemiddelen voor de weggebruiker en overheidshulpdiensten. Het beschermen ervan tegen weers- en milieu-invloeden.
Toepassingen
In de middenwanden van verkeerstunnels in het gesloten gedeelte, de overgangsgedeelten en eventueel in de toeritten. De hulppostkast type C moet doorgezet worden tot het niveau waar de wandhoogte nog voldoende is om de hulppostkast in te bouwen. Voor type 1 geldt dat deze, bij voorkeur aan de inritzijde van de tunnel, doorgezet wordt als er een vanaf de weg bereikbare middenwand aanwezig is.
Voor toepassing en detailontwerp wordt verwezen naar de Landelijke Tunnelstandaard (LTS ) [90] en de Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels (Rarvw) [106].
Detailontwerp
Conform de BSTTI [80] bestaat het kozijn uit een RVS profiel in kwaliteit 316L. De dubbele deuren zijn voorzien van isolerend gehard glas met een RVS kader.
De scharnieren zijn aan de binnenzijde van de hulppost aangebracht waarbij de deuren openen zoals deuren bij autobussen opengaan. De sluiting bevindt zich aan de wandzijde van de eerst openende deur en bestaat uit een verzonken RVS draaiknop. De deur met de sluiting sluit in de rijrichting.
De hulppost wordt onderverdeeld in een deel ten behoeve van de weggebruiker en een technisch deel. Het deel met voorzieningen voor de weggebruikers is aangebracht achter de eerst openende deur. Deze deur opent met de rijrichting mee. Het technische deel (voor de brandweer en ten behoeve van onderhoud) zit achter de laatst openende deur en wordt voor de weggebruiker afgeschermd door een afsluitbare scharnierende plaat. Er is voor deze lay-out gekozen om ervoor te zorgen dat de eerste deur niet dichtslaat door de winddruk van langsrijdend verkeer waardoor de gebruiker tussen de deur komt of de slanghaspel niet bruikbaar is.
In verband met lekkages van het brandblussysteem wordt de hulppost voorzien van een ontwateringsgootje.
De afmetingen van de hulppost type 1 zijn 1550 mm (b) x 1500 mm (h). Het gaat hier om de maten van de inkassing in het beton. De diepte van de inkassing van de hulppost is minimaal 470 mm. Bij dunne wanden van ca. 500 mm wordt een doorgaande sparing aangebracht, waarbij de achterzijde wordt afgedicht met hittewerende bekleding.
Het kozijn van de hulppostkast heeft een rode kleur (RAL 3000).
Motivering
Bij het ontwerp van deze hulppost wordt ernaar gestreefd de hoeveelheid metalen delen aan de buitenzijde te minimaliseren. Er wordt bij deze hulppost dan ook wel gesproken over “volglas” deuren. De scharnieren van de deuren zitten bij dit type deur aan de binnenzijde. Het voordeel hiervan is dat ze niet vervuilen en mogelijk vast komen te zitten en niet kunnen worden beschadigd door de borstels indien van wandenwaswagens gebruik wordt gemaakt.
Isolerende uitvoering: geen condens aan binnenzijde beglazing in verband met de herkenbaarheid van brandblus- en communicatiemiddelen.
Een hulppost dient zo dicht mogelijk bij de vluchtdeuren geplaatst te worden, zodat de brandweer bij een calamiteit, komende vanuit het middentunnelkanaal, snel bij de hulppost is.
De rode rand om de hulpposten wordt aangebracht vanwege de herkenbaarheid van de hulpposten. Hiervoor een materiaal gebruiken dat bestand is tegen het geweld van de borstels van de wandenwaswagen, bv poedercoating. Verf is hiertegen niet goed bestand.
Conservering
Blank geanodiseerd aluminium.
RVS kwaliteit 316L.
|
Variant |
Grote hulppost |
|
|
R |
Reliability |
Goed, geen bijzonderheden. |
|
A |
Availability |
Goed, geen bijzonderheden. |
|
M |
Maintainability |
Goed, geen bijzonderheden. |
| S |
Safety (Veiligheid) |
Goed, geen bijzonderheden. |
Kennisbank


