Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Veiligheidsregelgeving railtunnels

Artikel nr. 61

Dit artikel geeft een overzicht van de wet- en regelgeving voor de veiligheid in railtunnels. De term rail wordt hier gebruikt voor alles wat zich voortbeweegt over ijzeren staven. Daarbinnen wordt onderscheid gemaakt in twee groepen:

  • Termen “spoor” en “trein”: het nationale spoornetwerk, dat gebruikt wordt voor heavy rail, met incidenteel medegebruik voor light rail.
  • Termen “tram” en “metro”: gesloten railsystemen; metro, tram en sommige light rail systemen.

Spoortunnels

In de tunnels op het reguliere reizigersspoor wordt het veilig en soepel verloop van het spoorverkeer en dagelijks beheer verzorgd door de betreffende tunnelbeheerder (bijvoorbeeld ProRail of Infraspeed). Algemene veiligheidsprincipes die vooral ingaan op preventie (het voorkomen van een incident) zijn onderdeel van het dagelijkse beheer van een spoortunnel. Daarnaast wordt een spoortunnel zodanig ontworpen dat de gevolgen van een incident zo klein mogelijk zijn.

Belangrijke aspecten zijn bijvoorbeeld het scheiden van reizigers- en goederenverkeer, het aanbrengen van hittewerende constructies en brandbestrijdingsinstallaties. Een spoortunnel is erop ingericht dat de reiziger bij een incident zoveel mogelijk zichzelf in veiligheid kan brengen. Dit is met name van belang omdat het over het algemeen moeilijker is voor de hulpverlening om een plek in een tunnel te bereiken dan daarbuiten. Onder andere goede verlichting en duidelijke markering van vluchtdeuren en wegen moeten de zelfredzaamheid van de reizigers vergroten.

ProRail heeft samen met diverse partijen zoals hulpverleningsorganisaties afspraken gemaakt over de veiligheid in spoortunnels. In gemeenten waar een spoortunnel ligt is voor elke tunnel een draaiboek beschikbaar waarin staat op welke wijze de diverse partijen moeten handelen bij een incident. De gemaakte afspraken worden regelmatig geoefend met alle partijen, waaronder de regionale en lokale brandweerkorpsen.

Voor de veiligheid in spoortunnels is de algemene wet- en regelgeving voor het spoor van belang. Deze bestaat uit de Spoorwegwet (2003) en diverse besluiten en regelgeving.

Lightrail

Voor metro- en tramtunnels zijn specifieke richtlijnen van toepassing, die bovendien per openbaar vervoerbedrijf verschillen. Ook het wettelijke kader wijkt af van spoortunnels.

Overzicht

In tabel 61.1 zijn een aantal, specifiek voor de veiligheid in railtunnels van belang zijnde, wettelijke en niet-wettelijke regelingen aangegeven. Voor een compleet overzicht, inclusief wegtunnels, wordt verwezen naar tabel 59.1.

Tabel 61.1 - Veiligheidsrichtlijnen railtunnels

Heavy rail

Light rail

Wettelijke regelingen

Bouwbesluit 2012 en de Regeling Bouwbesluit 2012 [75].

Technische specificatie voor interoperabiliteit – Veiligheid in spoorwegtunnels (TSI-SRT)

Niet wettelijke regelingen

Ontwerpvoorschriften Spoor (OVS), ProRail, 1 april 2010.

Bedrijfsinterne voorschriften van de stedelijke OV-bedrijven (RET, HTM, GVB)

De Derde Kadernota Railveiligheid, Ministerie V&W, juni 2010.

Normdocument veiligheid lightrail, versie 5.0

De concept Veiligheidseisen voor treintunnels (VEST), van V&W, BZK, NVBR en ProRail.

Veiligheidseisen tram- en metrotunnels (VEMT)

De veiligheidseisen voor Brandonderzoek Metrostations (BOM) en het Normdocument Light Rail (NLR)

Bovengenoemde documenten worden hier niet verder toegelicht. Meer hierover kan worden teruggevonden in “Wet- en regelgeving voor veiligheid in railtunnels”, DHV, d.d. 31 oktober 2011.