Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Breedte profiel van vrije ruimte

Artikel nr. 27

Ten aanzien van de breedte van het profiel van vrije ruimte komen achtereenvolgens aan de orde:

  • de markeringsstrepen;
  • de objectafstandsmarge;
  • de breedte van het ontwerpvoertuig;
  • de plaats;
  • de kosten;
  • de geleideprofielen.

 

Kant- en deel- of asstre­pen

De breedte van kantstrepen is afhankelijk van de voertuigsnelheid:

  • bij vo = 100 km/h à 0,15 m
  • bij vo = 80 km/h à 0,10 m
  • bij vo = 60 km/h à 0,10 m

Voor deel- of asstrepen geldt bij alle ontwerpsnelheden een breedte van 0,10 m.

 

Objectafstands­mar­ge

De objectafstandsmarge is is afhankelijk van de voertuigsnelheid:

  • bij vo = 100 km/h à 1,50 m
  • bij vo = 80 km/h à 1,50 m
  • bij vo = 60 km/h à 1,00 m

De minimale breedte van het profiel van vrije ruimte wordt bepaald door de totale breed­te van het ge­wenste aan­tal auto’s te vermeerderen met de nood­zakelijke objectafstandsmarges (veiligheidszones).

Breedte ontwerp­voertuig

De ontwerpbreedte van een vrachtauto bedraagt 2,50 m exclusief de spiegels. Bij categorie VI-wegen moet met name in agrarische gebieden met bredere voertuigen dan het ontwerpvoertuig rekening worden gehouden, zie tabel 27.1 en tabel 27.2.

Tabel 27.1 - Toegestane breedte van landbouwvoertuigen en aanhangwagens

Voertuig

Breedte (m)

Landbouwvoertuigen

Lading landbouwmotorvoertuigen

Aanhangwagens

Lading aanhangwagens

Lading losse veldgewassen op aan­han­gwagens

2,60

3,00

2,60

3,00

3,50

Tabel 27.2 - Transportbreedte van enkele werktuigen

Werktuig

Breedte (m)

Bietenoogstmachines

Aardappelrooimachines

Maaidorsers

Veldhakselaars

Hooiwerktuigen

Peulvruchtmachines

Aardappelpootmachines

2,60 – 3,50

2,60 – 3,40

3,50 – 4,00

2,60 – 3,50

2,60 – 3,00

<3,30

<3,40

Plaats

Tussen het profiel van vrije ruimte ter plaatse van het gesloten deel, overgangsgedeelte en toeleidende weg moet zoveel mogelijk de continuïteit en de uniformiteit wor­den ge­waarborgd. Indien de breedte ter plaatse van de tunnel moet worden versmald, dient dit op duide­lijke en herkenbare wijze te geschieden.

 

Kosten

Bij lange tunnels in categorie III, IV en V-wegen wordt uit oogpunt van kosten vaak voor de breedte van het profiel van vrije ruimte afgeweken. Bij categorie VI-wegen wordt om een visue­le vernauwing te voorkomen de breedte van het profiel van vrije ruimte met 0,50 m vergroot, ondanks de daarmee verband houdende kosten.

 

Geleideprofie­len

De bermbeveiligingsvoorzie­ning dient binnen en buiten de tunnel een zo vloeiend mogelijk verloop te krijgen. De keuze van het type geleiding is afhan­kelijk van de verkeersintensiteit en de lengte van de tunnel. Voor toepassingsmogelijk­heden zie tabel 27.3. Voor- en nadelen van geleidebarrier ten opzichte van geleiderail zijn gegeven in zie tabel 27.4.

Tabel 27.3 - Keuze van opbouw van dwarsprofiel

Catego­rie

Wegomgeving

Objectafstandsmar­ge (m)

Type gelei­ding

III en V

III en V

III en V

VI

hoge intensiteit en korte tunnel

lage intensiteit of lange tun­nel

lage intensiteit en lange tunnel

alle situaties

1,50

1,50

1,00

1,00

geleiderail

geleidebarrier

geleidebarrier

geleidebarrier

Tabel 27.4 - Voor- en nadelen van geleidebarrier ten opzichte van geleiderail

Voordelen

Nadelen

Beheer en onderhoud eenvoudi­ger

Ruimtewinst in dwarsprofiel, waar­door lagere bouwkosten

Aanlegkosten hoger

Veiligheid lager

Opgemerkt wordt dat de breedte van het PvR gemeten wordt tussen de geleiderails of tussen de voeten van de barrier in de tunnel aan weerskanten.