Indien wordt ontworpen op de eisen in de LTS [90] dan voldoet men daarmee ook aan alle overige eisen. Dit houdt verband met het feit dat RWS uit het oogpunt van kosteneffectiviteit voor een hogere bescherming van de tunnel-assets kiest dan wettelijk vereist.
Voor de volledigheid en voor gevallen waar de LTS [90] niet van toepassing is, geeft dit artikel echter een globaal overzicht van de normen, eisen en richtlijnen (Eurocode, ROK [27] en OVS) die van toepassing zijn met betrekking tot brandwerendheid.
Het verloop van de brandtemperatuur bepaalt de grootte van de thermische belasting. Hiervoor wordt voor gebouwen vaak de standaardbrandkromme aangehouden, maar voor tunnels en toeritten gelden veelal andere brandkrommen die van toepassing kunnen zijn, zoals o.a. in de Nationale Bijlage van de Eurocode NEN-EN 1991-1-2 [108] is aangegeven. De standaardbrand is een internationale afspraak voor de beoordeling en classificatie van constructies. De werkelijke situatie bij brand kan behoorlijk afwijken van een standaardbrand. Het werkelijke gedrag wordt nauwkeuriger beschreven met een natuurlijke brand. De Eurocode NEN-EN 1991-1-2 [108] biedt de mogelijkheid hiermee te rekenen.
Samen met diverse marktpartijen heeft Rijkswaterstaat de Landelijke Tunnelstandaard (LTS) [90] ontwikkeld. De Tunnelstandaard is de standaard voor alle toekomstige rijkstunnels in Nederland. Een belangrijk onderdeel van de LTS [90] is de technische standaard. Hiermee worden de functionele eisen, processen, het ontwerp en de inrichting van rijkstunnels gelijkgetrokken.