Uitvoeringsprincipes

Artikel nr. 46

De verschillende uitvoeringsprincipes die in dit handboek aan de orde komen zijn als volgt in te delen:

  • Afgezonken Tunnels, gebouwd in (zie Afgezonken tunnel):

    • een separaat bouwdok;
    • de toerit;
    • een scheepsdok.
  • Polderconstructie: Dit is een constructie met een in de grond aangebrachte kuip- of bakvormige waterdichte laag, waardoor het mogelijk is om binnen de bak of kuip het grondwaterpeil en het maaiveld permanent te verlagen. Eventueel worden natuurlijke in de bodem aanwezige waterdichte lagen, bijvoorbeeld potklei, als afsluitende laag gebruikt en in de constructie opgenomen. Varianten van polderconstructies zijn:

figuur 46.1 t/m figuur 46.5 geven een schematisch overzicht van de uitvoeringsvarianten.

De te kiezen wijze van uitvoeren wordt met name bepaald door de grondgesteldheid en geohydrologische omstandigheden ter plaatse, in relatie tot de diepteligging van de tunnel. Bij het ontwerp van een tunnel is het zeer belangrijk om deze variaties in kaart te brengen en ook gebruik te maken van de omstandigheden ter plaatse. Zo kan het gebruik van een natuurlijke waterdichte laag, of het bemalen een onderwaterbetonvloer besparen en kan het variëren in hoogteligging de kosten van de funderingsconstructie significant reduceren.

Figuur 46.1 - Bouwkuip met onderwaterbeton (OWB)

CSM = Cutter Soil Mix

MIP = Mixed In Place

Figuur 46.2 - Bouwkuip met een natuurlijke waterremmende laag

Figuur 46.3 - Bouwkuip met een kunstmatig aangebrachte waterremmende laag

Figuur 46.4 - Polderconstructie met bouwkuip en folie

Figuur 46.5 - Polderconstructie met taluds en folie (schematische weergave)

Figuur 46.6 - Polderconstructie met cement-betonietwand (cb-wand)