Geleidebarrier t.p.v. vluchtdeur

Artikel nr. 455

Functies

Onderbreking in de geleidebarrier t.b.v. de toegang naar het middenkanaal. De onderbreking zodanig uitvoeren dat de geleidende functie zo goed mogelijk wordt gewaarborgd en dient in de eindsituatie minimaal 250 mm hoog te zijn.

Toepassingen

De vluchtdeuren en deuren in verkeerstunnels, onderdoorgangen en aquaducten.

Detailontwerp

De onderbreking moet altijd beginnen boven het onderste schuine vlak. Voor de werking van de geleidebarrier is het onderste schuine vlak van essentieel be­lang.

De onderbreking niet onnodig groot maken, maar dient wel minimaal 1600 mm te zijn om ruimte te geven ten behoeve van omstanderhulp.

Om in de rijrichting geen haaks aanrijpunt te krijgen dient het bovenste gedeelte van de geleidebarrier aan de rijrichtingszijde te worden voorzien van een afschuining. Bij tidal-flow dus aan weerszijden.

Het bovenvlak van de horizontale opstap afwaterend maken. De voeg tussen de geleidebarrier en de wand van de horizontale opstap waterdicht afsluiten met een rubberhoudende elastisch blijvende bitumineuze voegvulling (zie detailontwerp figuur 455.2).

De scherpe hoeken van de geleidebarrier voorzien van vellingkanten 10*10 mm.

Motivering

Een goede bereikbaarheid van het middenkanaal en pompenkamers, met behoud van een zo goed mogelijke verkeersgeleiding.

Conservering

Niet van toepassing.

Figuur 455.1 - Vooraanzicht geleidebarrier t.p.v. vluchtdeur (plaatje voldoet niet aan Rarvw)

Figuur 455.2 - Doorsnede geleidebarrier t.p.v. vluchtdeur

Geleidebarrier t.p.v. vluchtdeur

Artikel nr. 455

Functies

Onderbreking in de geleidebarrier t.b.v. de toegang naar het middenkanaal. De onderbreking zodanig uitvoeren dat de geleidende functie zo goed mogelijk wordt gewaarborgd en dient in de eindsituatie minimaal 250 mm hoog te zijn.

Toepassingen

De vluchtdeuren en deuren in verkeerstunnels, onderdoorgangen en aquaducten.

Detailontwerp

De onderbreking moet altijd beginnen boven het onderste schuine vlak. Voor de werking van de geleidebarrier is het onderste schuine vlak van essentieel be­lang.

De onderbreking niet onnodig groot maken, maar dient wel minimaal 1600 mm te zijn om ruimte te geven ten behoeve van omstanderhulp.

Om in de rijrichting geen haaks aanrijpunt te krijgen dient het bovenste gedeelte van de geleidebarrier aan de rijrichtingszijde te worden voorzien van een afschuining. Bij tidal-flow dus aan weerszijden.

Het bovenvlak van de horizontale opstap afwaterend maken. De voeg tussen de geleidebarrier en de wand van de horizontale opstap waterdicht afsluiten met een rubberhoudende elastisch blijvende bitumineuze voegvulling (zie detailontwerp figuur 455.2).

De scherpe hoeken van de geleidebarrier voorzien van vellingkanten 10*10 mm.

Motivering

Een goede bereikbaarheid van het middenkanaal en pompenkamers, met behoud van een zo goed mogelijke verkeersgeleiding.

Conservering

Niet van toepassing.

Figuur 455.1 - Vooraanzicht geleidebarrier t.p.v. vluchtdeur (plaatje voldoet niet aan Rarvw)

Figuur 455.2 - Doorsnede geleidebarrier t.p.v. vluchtdeur