Hittewerende bekleding

Artikel nr. 268

Functie

Tegengaan van vlamdoorslag in de voeg/dilatatie hittewerende bekleding.

Detailontwerp

Methode A

In de eerst te storten moot wordt een lat opgenomen, die na het verharden van het beton eenvoudig kan worden verwijderd. In de erna te storten moot wordt een strook hittewerende bekleding opgenomen, die d.m.v. snelbouwschroeven wordt vastgemaakt aan de ervoor liggende hittewerende bekledingsplaten. T.p.v. de eerst te storten moot worden de strook en de ervoor liggende platen niet aan elkaar vastgemaakt (methode A), zodat er beweging in de voeg mogelijk is zonder dat de brandwerende plaat wordt belast. De resterende naad (zie de figuur) kan worden vermeden door toepassing van een aan één zijde vast te plakken zwelstrip.

Figuur 268.1 - Detailontwerp hittewerende bekleding methode A;

 

Methode B

Bij renovatie kan methode B als alternatief gebruikt worden, nadeel is en opzichte van methode A is dat de brandwerende bekleding onderbroken is, echter niet ter plaatse van de voeg. Essentieel is dat de platen onderling ook niet verbonden zijn om beweging ter plaatse van de voeg mogelijk te maken. Ook bij methode B kan de resterende naad worden vermeden door toepassing van een aan één zijde vast te plakken zwelstrip. Indien het profiel van vrije ruimte dat toelaat  is het daarnaast ook mogelijk om een overgangsstrip, zoals bij methode wordt A toegepast, aan de buitenzijde van de voeg vast te maken.

Figuur 268.2 - Detailontwerp hittewerende bekleding methode B

Opgemerkt wordt dat het weergegeven detail voor beide methoden een voeg zonder voegbreedte betreft (bv. als in geval van een afgezonken tunnel), echter het principe wijkt hiervan ook voor voegen met een breedte niet af.

Motivering

De oplossing volgens methode B wordt meestal toegepast bij later aan te brengen platen, maar heeft het nadeel dat er een sprong in de voeglijn zit (t.o.v. het voegprofiel).

Conservering

Snelbouwschroeven dienen uitgevoerd te worden in RVS.

Functie

Tegengaan van vlamdoorslag in de voeg/dilatatie hittewerende bekleding.

Detailontwerp

Methode A

In de eerst te storten moot wordt een lat opgenomen, die na het verharden van het beton eenvoudig kan worden verwijderd. In de erna te storten moot wordt een strook hittewerende bekleding opgenomen, die d.m.v. snelbouwschroeven wordt vastgemaakt aan de ervoor liggende hittewerende bekledingsplaten. T.p.v. de eerst te storten moot worden de strook en de ervoor liggende platen niet aan elkaar vastgemaakt (methode A), zodat er beweging in de voeg mogelijk is zonder dat de brandwerende plaat wordt belast. De resterende naad (zie de figuur) kan worden vermeden door toepassing van een aan één zijde vast te plakken zwelstrip.

Figuur 268.1 - Detailontwerp hittewerende bekleding methode A;

 

Methode B

Bij renovatie kan methode B als alternatief gebruikt worden, nadeel is en opzichte van methode A is dat de brandwerende bekleding onderbroken is, echter niet ter plaatse van de voeg. Essentieel is dat de platen onderling ook niet verbonden zijn om beweging ter plaatse van de voeg mogelijk te maken. Ook bij methode B kan de resterende naad worden vermeden door toepassing van een aan één zijde vast te plakken zwelstrip. Indien het profiel van vrije ruimte dat toelaat  is het daarnaast ook mogelijk om een overgangsstrip, zoals bij methode wordt A toegepast, aan de buitenzijde van de voeg vast te maken.

Figuur 268.2 - Detailontwerp hittewerende bekleding methode B

Opgemerkt wordt dat het weergegeven detail voor beide methoden een voeg zonder voegbreedte betreft (bv. als in geval van een afgezonken tunnel), echter het principe wijkt hiervan ook voor voegen met een breedte niet af.

Motivering

De oplossing volgens methode B wordt meestal toegepast bij later aan te brengen platen, maar heeft het nadeel dat er een sprong in de voeglijn zit (t.o.v. het voegprofiel).

Conservering

Snelbouwschroeven dienen uitgevoerd te worden in RVS.