Tegelwerk

Artikel nr. 264

Functie

Verzorgen van stofdichting.

Detailontwerp

Zie figuur 264.1 en figuur 264.2.

Opgemerkt wordt dat de toepassing van tegels in verkeerstunnels de laatste jaren niet meer gebruikelijk is, vanwege de kosten gemoeid met het regelmatig schoonhouden. De reflectie van het licht via het tegelwerk draagt namelijk slechts enkele procenten bij aan het verlichtingsniveau, zodat het economischer is hetzelfde doel te bereiken door een iets sterkere verlichting. Omdat dit strijdig is met duurzaamheidsdoelstellingen is er sprake van recente ontwikkelingen op het gebied van alternatieve lichte wandbekleding.


Ontwikkelingen Lichte wandbekleding

Maatregelencatalogus voor energiereductie in tunnels biedt aanknopingspunten om te komen tot een energieneutrale tunnel: https://www.cob.nl/wat-doet-het-cob/groeiboek/maatregelencatalogus-voor-energiereductie-in-tunnels#58-lichte-wandbekleding

Over een dilatatievoeg wordt tegelwerk niet doorgetrokken. Het tegelwerk op de wand van iedere individuele moot wordt beëindigd.

Na het aanbrengen van de tegels wordt de in het beton gecreëerde sponning voor­bewerkt met rubberlijm, waarna het voegprofiel aangebracht wordt. De voorzijde van het daar toe te passen profiel (ACME) gelijk gehouden met het voorvlak van de tegels, als aangegeven in figuur 254.2 of de tegelrand te detailleren als aangegeven in figuur 264.1 of figuur 264.2.

Indien na het ontkisten 5 mm of meer van de scherpe betonrand afbrokkelt, moet deze gerepareerd worden met kunstharsmortel.

Door de scherpe randen van de tegels kan het voegprofiel beschadigd raken bij het inbrengen. Dit wordt voorkomen door de tegels iets terug te houden en dan de rand vol te zetten met kunstharsmortel.

Motivering

Geen.

Conservering

Niet van toepassing.

Figuur 264.1 - Detailontwerp tegelwerk - toepassing kunstharsmortel

Figuur 264.2 - Detailontwerp tegelwerk - toepassing RVS staaf

Functie

Verzorgen van stofdichting.

Detailontwerp

Zie figuur 264.1 en figuur 264.2.

Opgemerkt wordt dat de toepassing van tegels in verkeerstunnels de laatste jaren niet meer gebruikelijk is, vanwege de kosten gemoeid met het regelmatig schoonhouden. De reflectie van het licht via het tegelwerk draagt namelijk slechts enkele procenten bij aan het verlichtingsniveau, zodat het economischer is hetzelfde doel te bereiken door een iets sterkere verlichting. Omdat dit strijdig is met duurzaamheidsdoelstellingen is er sprake van recente ontwikkelingen op het gebied van alternatieve lichte wandbekleding.


Ontwikkelingen Lichte wandbekleding

Maatregelencatalogus voor energiereductie in tunnels biedt aanknopingspunten om te komen tot een energieneutrale tunnel: https://www.cob.nl/wat-doet-het-cob/groeiboek/maatregelencatalogus-voor-energiereductie-in-tunnels#58-lichte-wandbekleding

Over een dilatatievoeg wordt tegelwerk niet doorgetrokken. Het tegelwerk op de wand van iedere individuele moot wordt beëindigd.

Na het aanbrengen van de tegels wordt de in het beton gecreëerde sponning voor­bewerkt met rubberlijm, waarna het voegprofiel aangebracht wordt. De voorzijde van het daar toe te passen profiel (ACME) gelijk gehouden met het voorvlak van de tegels, als aangegeven in figuur 254.2 of de tegelrand te detailleren als aangegeven in figuur 264.1 of figuur 264.2.

Indien na het ontkisten 5 mm of meer van de scherpe betonrand afbrokkelt, moet deze gerepareerd worden met kunstharsmortel.

Door de scherpe randen van de tegels kan het voegprofiel beschadigd raken bij het inbrengen. Dit wordt voorkomen door de tegels iets terug te houden en dan de rand vol te zetten met kunstharsmortel.

Motivering

Geen.

Conservering

Niet van toepassing.

Figuur 264.1 - Detailontwerp tegelwerk - toepassing kunstharsmortel

Figuur 264.2 - Detailontwerp tegelwerk - toepassing RVS staaf