Doel
Het beheerst afvoeren van het verwachte aanbod aan vloeistoffen tijdens alle bedrijfstoestanden en het beperken van de plasgrootte bij uitstroming uit een vloeistoftank.
Toepassingen
In het gesloten deel van de tunnel en in de open toeritten.
Detailontwerp
In het spoor moet ballast worden toegepast om als passieve veiligheid te functioneren tegen plasbranden, conform OVS00201 v001 [24]. Naast het spoor bevindt zich een ontsporingsgeleiding in de vorm van een betonnen muur, en een vluchtpad. Onder het vluchtpad wordt een afvoergoot geprojecteerd en de kabelkoker. De goot wordt afgedekt met prefab betonplaten. In de wand worden sparingen opgenomen 300×150 mm, afgedekt met een rooster. De dimensionering van de openingen en hart-op-hartafstanden hangen af van het vloeistof aanbod. In dat kader zijn proefnemingen gedaan v.w.b. vloeistof afvoer door ballast naar vloeistof afvoer goot en is bepaald welk doorstroomoppervlak tussen de wand van de vloeistofafvoergoot en de ballast aanwezig dient te zijn (in m2/m). Zie ook [84].
In de ballastkeringen worden mantelbuizen 75 mm met een maximale tussenafstand van 40 meter opgenomen voor het doorspuiten van de goot. I.v.m. de afvoer van water naar de afvoergoot wordt de vloer voorzien van een afschot van tenminste 1:100.
Motivering
Een open goot onder de ontsporingsgeleiding en met een vlakke vloer is de goedkoopste oplossing om een vloeistofafvoer te creëren. Volgens de OVS is het toegestaan dat regenwater tot 250 mm onder de onderzijde van de dwarsliggers staat. Bij toepassing van voldoende ballastdikte kan dan een dusdanige afvoercapaciteit in de goot worden verkregen dat geen verdieping in de vloer nodig is. ProRail geeft de voorkeur aan open goten in verband met het risico op explosies in ingestorte leidingen en verstoppingen door lekkende warme lading, bijvoorbeeld cacaoboter. Als gevolg van het relatief kleine oppervlak van een ingestorte leiding is de explosiebelasting in principe op te nemen door bij te leggen wapening. De doorspuitleidingen worden opgenomen om te voorkomen dat voor het reinigen van het vloeistofafvoersysteem de kabel- en leidingkokers moeten worden geopend. Door deze kokers op regelmatige afstand te voorzien van mantelbuizen voor doorspuiten kan de benodigde reinigingstijd beperkt blijven.
Aspecten ten aanzien van de RAMS-score
|
Variant |
Open goot onder inspectiepad |
|
|
R |
Reliability |
Goed, geen aanvullende maatregelen benodigd. Een nadeel is dat vloeistoffen vanuit de goot weer terug de ballast in kunnen lopen. |
|
A |
Availability |
Goed, mits schoongehouden. |
|
M |
Maintainability |
Goed, het systeem is met de voorziene doorspuitpunten goed te reinigen. |
|
S |
Safety |
Goed, ontploffingen in het gotenstelsel leiden niet tot verdere schade aan de constructie. |


