Bouwbesluit

Artikel nr. 108

Conform het Bouwbesluit [75] §2.2.1 Nieuwbouw artikel 2.10 lid 8 mag de constructie van een nieuw te bouwen wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m niet binnen 60 minuten bezwijken bij brand in de tunnel. Indien de tunnel zich onder open water bevindt, dient deze periode tenminste 120 minuten te zijn. In geval van bestaande bouw bedragen deze perioden conform het bouwbesluit §2.2.2 [75] resp. 30 en 60 minuten.

Voor andere tunnels (een ander bouwwerk, geen gebouw zijnde) geldt artikel 2.10 lid 9, respectievelijk 2.14 lid 7 [75] dat een bouwconstructie bij brand in een brandcompartiment waarin de bouwconstructie niet ligt, niet mag bezwijken binnen een tijdsduur die afhankelijk van de bestemming en inrichting van het bouwwerk redelijkerwijs nodig is om het bouwwerk bij brand te kunnen verlaten en te doorzoeken, door het bezwijken van een bouwconstructie binnen of grenzend aan het brandcompartiment.

Conform het Bouwbesluit mag er geen of slechts beperkte voortschrijdende instorting plaatsvinden als gevolg van brand, bijvoorbeeld een constructie die afhankelijk is van de draagkracht van een andere bouwconstructie. De constructie dient zodanig te zijn dat het bouwwerk bij brand gedurende redelijke tijd kan worden verlaten en doorzocht, zonder dat er gevaar voor instorting is.

Conform het Bouwbesluit [75] §2.2.1 Nieuwbouw artikel 2.10 lid 8 mag de constructie van een nieuw te bouwen wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m niet binnen 60 minuten bezwijken bij brand in de tunnel. Indien de tunnel zich onder open water bevindt, dient deze periode tenminste 120 minuten te zijn. In geval van bestaande bouw bedragen deze perioden conform het bouwbesluit §2.2.2 [75] resp. 30 en 60 minuten.

Voor andere tunnels (een ander bouwwerk, geen gebouw zijnde) geldt artikel 2.10 lid 9, respectievelijk 2.14 lid 7 [75] dat een bouwconstructie bij brand in een brandcompartiment waarin de bouwconstructie niet ligt, niet mag bezwijken binnen een tijdsduur die afhankelijk van de bestemming en inrichting van het bouwwerk redelijkerwijs nodig is om het bouwwerk bij brand te kunnen verlaten en te doorzoeken, door het bezwijken van een bouwconstructie binnen of grenzend aan het brandcompartiment.

Conform het Bouwbesluit mag er geen of slechts beperkte voortschrijdende instorting plaatsvinden als gevolg van brand, bijvoorbeeld een constructie die afhankelijk is van de draagkracht van een andere bouwconstructie. De constructie dient zodanig te zijn dat het bouwwerk bij brand gedurende redelijke tijd kan worden verlaten en doorzocht, zonder dat er gevaar voor instorting is.