Bekisting

Artikel nr. 652

In principe wordt uitgegaan van een rechte bekisting per stortmoot, ook als het horizontaal alignement van de tunnel gekromd is. Hiervoor moet de breedte van de rijkoker worden verbreed met de pijl van de boogstraal over de mootlengte. Indien dit te groot wordt bij zeer kleine boogstralen, kan worden overwogen de bekisting te knikken. Bij Traverse A2Maastricht is dit laatste voor een aantal moten toegepast. Voor het verticaal alignement speelt dit probleem in principe niet.

De tunnelvloer wordt doorgaans gestort met een eenvoudige randkist. Met het storten van de vloer kan er voor worden gekozen om een opstort als aanzet tot de tunnelwanden (circa 300 mm hoog) mee te nemen. Deze dient als aanslag voor de wandbekisting. In de praktijk wordt deze opstort vaak matig verdicht. Om die reden wordt er ook voor gekozen de opstort lager te houden of gebruik te maken van kimankers.

De wanden en het dak worden in de meeste gevallen in één keer stort gerealiseerd. Dit geldt met name voor de buitenwanden en dak, om stortnaden en mogelijke hydratatiescheuren, dus lekkage, te voorkomen. Binnenwanden worden ook wel vooraf gestort. Bij eventuele stortnaden tussen wanden en dak verdient het aanbeveling om de stortnaad circa 30 mm in het dak te laten steken.

Voor standaard tunneldoorsneden wordt een tunnelkist gebruikt. Deze wordt hydraulisch verstelbaar en verrijdbaar uitgevoerd, zodat opeenvolgende tunnelmoten met één kist kunnen worden gestort.

Figuur 652.1 - Voorbeeld houten tunnelkist

Bij afwijkende doorsnedes, bijvoorbeeld ter plaatse van het bedieningsgebouw, kan de tunnelkist vaak niet worden toegepast. Er kan bijvoorbeeld voor worden gekozen om voor deze delen een torensteiger te gebruiken. Bij A2 Maastricht verloopt de tunneldoorsnede in de breedte. Er is een meervoudig verstelbare bekisting ingezet. Voor de eerste bouwstroom een ‘custom built’ bekisting, voor de tweede bouwstroom een bekisting opgebouwd uit een modulair systeem.

De bekisting, met name de beplating, moet zo worden gekozen dat het betonoppervlak voldoet aan de gestelde beoordelingsklasse volgens NEN-EN 13670- Vervaardigen van betonconstructies [97]. Houten kisten kunnen tot circa tienmaal worden ingezet. Bij meer storten wordt vaak overgegaan tot de inzet van een stalen kist. Er kan ook voor een stalen kist worden gekozen bij schoon beton of om de warmteontwikkeling tijdens het verharden te beperken.

De bekistingsplaten worden ondersteund door een staalconstructie. De afstand tussen de platen wordt gezekerd d.m.v. centerpennen. Bij toepassing van niet terugwinbare centerpennen in tunnels wordt vaak geëist dat deze worden voorzien van een aangelast stalen plaatje (waterslot). In de Richtlijn Ontwerp Kunstwerken [27] staat in 5.6.2:  ‘Voor waterdicht werk moeten niet terugwinbare centerpennen worden toegepast welke voorzien zijn van een aangelast stalen plaatje (waterslot)’.

De bekisting dient op de juiste afstand van de wapening te worden geplaatst, om voldoende betondekking te garanderen. Hiervoor kunnen betonnen dekkingsblokjes worden gebruikt die met binddraad aan de wapening worden bevestigd en als afstandshouder voor de bekisting fungeren. De h.o.h. afstand tussen de blokjes moet voldoende klein zijn om de dekking over de gehele oppervlakte met voldoende nauwkeurigheid te kunnen garanderen. Aangezien de blokjes permanent in het beton achterblijven, is het vaak gewenst dat ze minimaal dezelfde betonkwaliteit hebben als de tunnel.

Een bekisting dient ook ladders en loopbordessen te hebben voor toegankelijkheid t.b.v. wapening vlechten, beton storten e.d. In te storten voorzieningen en voegenbanden worden eveneens regelmatig vastgezet aan de kist. Sparingen en inkassingen in het beton worden bijvoorbeeld gerealiseerd door houten sparingsbekistingen die aan de hoofdbekisting worden bevestigd. Hittewerende bekleding kan in de vorm van beplating in de kist worden opgenomen.

Figuur 652.2

Voor een cut-and-cover tunnel kan een tunnelkist in de bouwkuip worden opgebouwd. Ook kan ervoor worden gekozen om deze in één of meer delen in te hijsen. Daarmee moet men dan wel rekening houden bij het ontwerp, bijvoorbeeld in relatie tot de bouwkuipstempels. Een tunnelkist inclusief steunconstructie en toegangsmiddelen kan enkele honderden tot meer dan duizend ton wegen.

Vóór het storten van het beton moet de kist worden schoon geblazen met lucht of gespoten met water. Hiermee wordt stof, vuil en afknipsels van binddraad verwijderd. Binddraadresten kunnen anders leiden tot roestvlekken op het betonoppervlak. Als onderdeel van de keuring vóór de stort moet ook de maatvoering goed worden gecontroleerd. Zowel de interne maatvoering van de bekisting zelf als de plaatsbepaling van de bekisting in het werk moet nauwkeurig worden bepaald.

Een bijzondere kist die wel eens bij tunnelprojecten wordt toegepast, is een bekisting met bekistingstrillers. Deze kist kan uitkomst geven wanneer traditioneel trillen met trilnaden problematisch is, bijvoorbeeld vanwege hoge wapeningsconcentraties. Een andere bijzondere kist is de koelkist, waarbij de koelbuizen in plaats van in het beton, op de kist worden aangebracht. Tegenhanger hiervan is de knuffelkist, waarbij warm water door buizen stroomt die op de kist zijn aangebracht, om het verharden van het beton te bespoedigen.

Bekisting

Artikel nr. 652

In principe wordt uitgegaan van een rechte bekisting per stortmoot, ook als het horizontaal alignement van de tunnel gekromd is. Hiervoor moet de breedte van de rijkoker worden verbreed met de pijl van de boogstraal over de mootlengte. Indien dit te groot wordt bij zeer kleine boogstralen, kan worden overwogen de bekisting te knikken. Bij Traverse A2Maastricht is dit laatste voor een aantal moten toegepast. Voor het verticaal alignement speelt dit probleem in principe niet.

De tunnelvloer wordt doorgaans gestort met een eenvoudige randkist. Met het storten van de vloer kan er voor worden gekozen om een opstort als aanzet tot de tunnelwanden (circa 300 mm hoog) mee te nemen. Deze dient als aanslag voor de wandbekisting. In de praktijk wordt deze opstort vaak matig verdicht. Om die reden wordt er ook voor gekozen de opstort lager te houden of gebruik te maken van kimankers.

De wanden en het dak worden in de meeste gevallen in één keer stort gerealiseerd. Dit geldt met name voor de buitenwanden en dak, om stortnaden en mogelijke hydratatiescheuren, dus lekkage, te voorkomen. Binnenwanden worden ook wel vooraf gestort. Bij eventuele stortnaden tussen wanden en dak verdient het aanbeveling om de stortnaad circa 30 mm in het dak te laten steken.

Voor standaard tunneldoorsneden wordt een tunnelkist gebruikt. Deze wordt hydraulisch verstelbaar en verrijdbaar uitgevoerd, zodat opeenvolgende tunnelmoten met één kist kunnen worden gestort.

Figuur 652.1 - Voorbeeld houten tunnelkist

Bij afwijkende doorsnedes, bijvoorbeeld ter plaatse van het bedieningsgebouw, kan de tunnelkist vaak niet worden toegepast. Er kan bijvoorbeeld voor worden gekozen om voor deze delen een torensteiger te gebruiken. Bij A2 Maastricht verloopt de tunneldoorsnede in de breedte. Er is een meervoudig verstelbare bekisting ingezet. Voor de eerste bouwstroom een ‘custom built’ bekisting, voor de tweede bouwstroom een bekisting opgebouwd uit een modulair systeem.

De bekisting, met name de beplating, moet zo worden gekozen dat het betonoppervlak voldoet aan de gestelde beoordelingsklasse volgens NEN-EN 13670- Vervaardigen van betonconstructies [97]. Houten kisten kunnen tot circa tienmaal worden ingezet. Bij meer storten wordt vaak overgegaan tot de inzet van een stalen kist. Er kan ook voor een stalen kist worden gekozen bij schoon beton of om de warmteontwikkeling tijdens het verharden te beperken.

De bekistingsplaten worden ondersteund door een staalconstructie. De afstand tussen de platen wordt gezekerd d.m.v. centerpennen. Bij toepassing van niet terugwinbare centerpennen in tunnels wordt vaak geëist dat deze worden voorzien van een aangelast stalen plaatje (waterslot). In de Richtlijn Ontwerp Kunstwerken [27] staat in 5.6.2:  ‘Voor waterdicht werk moeten niet terugwinbare centerpennen worden toegepast welke voorzien zijn van een aangelast stalen plaatje (waterslot)’.

De bekisting dient op de juiste afstand van de wapening te worden geplaatst, om voldoende betondekking te garanderen. Hiervoor kunnen betonnen dekkingsblokjes worden gebruikt die met binddraad aan de wapening worden bevestigd en als afstandshouder voor de bekisting fungeren. De h.o.h. afstand tussen de blokjes moet voldoende klein zijn om de dekking over de gehele oppervlakte met voldoende nauwkeurigheid te kunnen garanderen. Aangezien de blokjes permanent in het beton achterblijven, is het vaak gewenst dat ze minimaal dezelfde betonkwaliteit hebben als de tunnel.

Een bekisting dient ook ladders en loopbordessen te hebben voor toegankelijkheid t.b.v. wapening vlechten, beton storten e.d. In te storten voorzieningen en voegenbanden worden eveneens regelmatig vastgezet aan de kist. Sparingen en inkassingen in het beton worden bijvoorbeeld gerealiseerd door houten sparingsbekistingen die aan de hoofdbekisting worden bevestigd. Hittewerende bekleding kan in de vorm van beplating in de kist worden opgenomen.

Figuur 652.2

Voor een cut-and-cover tunnel kan een tunnelkist in de bouwkuip worden opgebouwd. Ook kan ervoor worden gekozen om deze in één of meer delen in te hijsen. Daarmee moet men dan wel rekening houden bij het ontwerp, bijvoorbeeld in relatie tot de bouwkuipstempels. Een tunnelkist inclusief steunconstructie en toegangsmiddelen kan enkele honderden tot meer dan duizend ton wegen.

Vóór het storten van het beton moet de kist worden schoon geblazen met lucht of gespoten met water. Hiermee wordt stof, vuil en afknipsels van binddraad verwijderd. Binddraadresten kunnen anders leiden tot roestvlekken op het betonoppervlak. Als onderdeel van de keuring vóór de stort moet ook de maatvoering goed worden gecontroleerd. Zowel de interne maatvoering van de bekisting zelf als de plaatsbepaling van de bekisting in het werk moet nauwkeurig worden bepaald.

Een bijzondere kist die wel eens bij tunnelprojecten wordt toegepast, is een bekisting met bekistingstrillers. Deze kist kan uitkomst geven wanneer traditioneel trillen met trilnaden problematisch is, bijvoorbeeld vanwege hoge wapeningsconcentraties. Een andere bijzondere kist is de koelkist, waarbij de koelbuizen in plaats van in het beton, op de kist worden aangebracht. Tegenhanger hiervan is de knuffelkist, waarbij warm water door buizen stroomt die op de kist zijn aangebracht, om het verharden van het beton te bespoedigen.