Bouwtoleranties

Artikel nr. 546

In de NEN-EN 12063 (Uitvoering van bijzonder geotechnisch werk – Damwanden) [46] staan de volgende toelaatbare afwijkingen voor damwanden en combiwanden:

  • positie damwand bovenin na heien: +/-75 mm op het land, +/-100 mm boven water;
  • positie combiwand bovenin na heien: per geval te bekijken;
  • verticaliteit damwanden: 1,0% op het land; 1,5% boven water;
  • verticaliteit combiwanden: per geval te bekijken;
  • vnheidiepte dam- en combiwanden: +/-250 mm;
  • niveau bovenkant dam- en combiwand: +/-50 mm.

In bepaalde gevallen mag van bovenstaande toleranties worden afgeweken. Zie hiervoor NEN-EN 12063.

Bij combiwanden zijn horizontale maattoleranties belangrijker dan bij damwanden, aangezien de damwandplanken goed tussen de buispalen moeten passen om uit het slot lopen te voorkomen. Aan de h.o.h. afstand van de buispalen en afwijking in dwarsrichting van de sloten moeten hiervoor strenge eisen worden gesteld. Voor de buispalen en damwandplanken kunnen bijvoorbeeld o.a. de volgende toleranties gelden:

  • horizontale positie: +/-40 mm;
  • verticaliteit: 1,0%.

Rijkswaterstaat heeft in de Richtlijn Toleranties t.b.v. Betonconstructies [94] uit juni 1997 van de hoofdafdelingen Droge Infrastructuur en Projectuitvoering en Diensten ook toleranties vastgelegd voor damwanden.

Behalve de heitoleranties dient ook rekening te worden gehouden met vervormingen die optreden tijdens ontgraven en leegpompen van de bouwkuip. Hoewel dit vanzelfsprekend lijkt, is bij het ontwerp van de bouwkuip voor de toeritten in een recent tunnelproject hiermee geen rekening gehouden, waardoor aanpassingen aan het ontwerp van de permanente constructie nodig waren.

Bouwtoleranties

Artikel nr. 546

In de NEN-EN 12063 (Uitvoering van bijzonder geotechnisch werk – Damwanden) [46] staan de volgende toelaatbare afwijkingen voor damwanden en combiwanden:

  • positie damwand bovenin na heien: +/-75 mm op het land, +/-100 mm boven water;
  • positie combiwand bovenin na heien: per geval te bekijken;
  • verticaliteit damwanden: 1,0% op het land; 1,5% boven water;
  • verticaliteit combiwanden: per geval te bekijken;
  • vnheidiepte dam- en combiwanden: +/-250 mm;
  • niveau bovenkant dam- en combiwand: +/-50 mm.

In bepaalde gevallen mag van bovenstaande toleranties worden afgeweken. Zie hiervoor NEN-EN 12063.

Bij combiwanden zijn horizontale maattoleranties belangrijker dan bij damwanden, aangezien de damwandplanken goed tussen de buispalen moeten passen om uit het slot lopen te voorkomen. Aan de h.o.h. afstand van de buispalen en afwijking in dwarsrichting van de sloten moeten hiervoor strenge eisen worden gesteld. Voor de buispalen en damwandplanken kunnen bijvoorbeeld o.a. de volgende toleranties gelden:

  • horizontale positie: +/-40 mm;
  • verticaliteit: 1,0%.

Rijkswaterstaat heeft in de Richtlijn Toleranties t.b.v. Betonconstructies [94] uit juni 1997 van de hoofdafdelingen Droge Infrastructuur en Projectuitvoering en Diensten ook toleranties vastgelegd voor damwanden.

Behalve de heitoleranties dient ook rekening te worden gehouden met vervormingen die optreden tijdens ontgraven en leegpompen van de bouwkuip. Hoewel dit vanzelfsprekend lijkt, is bij het ontwerp van de bouwkuip voor de toeritten in een recent tunnelproject hiermee geen rekening gehouden, waardoor aanpassingen aan het ontwerp van de permanente constructie nodig waren.