Scheurvorming constructieve vloer

Artikel nr. 645

Onderwaterbeton toegepast als kuipbodem voor een cut-and-cover tunnel kan opgelegde vervormingen in de daarop gestorte constructieve tunnelvloer in belangrijke mate beperken met scheurvorming in de constructieve vloer tot gevolg. Hieronder volgen enkele mitigerende maatregelen die mogelijk zijn, maar wel moeten worden afgewogen tegenover andere effecten (zie Constructievloeren op onderwaterbeton; ir. W van der Waardt; Cement 1 2011 [98]).

  •  In dit kader moet de dikte van het onderwaterbeton zo klein mogelijk zijn; dit vermindert spanningen in de constructievloer.
  • Door de toepassing van een tussenlaag kan verhindering van vervorming eveneens worden verminderd. Dwarskrachten in de palen kunnen echter hoger zijn dan de schuifsterkte.
  • Toepassing van GEWI-palen is een effectieve maatregel voor het verminderen van spanningen in de constructievloer. Bovendien is het minder waarschijnlijk dat GEWI-palen bezwijken op afschuiving dan prefab-betonpalen.
  • Toepassing van relatief korte tunnelmoten, bijvoorbeeld tot 20 m (zes palen in de lengte van een moot). De spanningen in langere moten zullen bij toepassing van een tussenlaag hoger zijn dan in korte moten.

Beperking van de scheurwijdte door het toevoegen van wapening is duur en voorkomt scheurvorming niet.

Wanneer scheuren ontstaan, is injectie een relatief goedkope oplossing voor het probleem. Echter, geïnjecteerde scheuren kunnen zich in de loop van de tijd weer openen doordat het eindresultaat van de injectie niet altijd goed te waarborgen is. Ook kunnen opgelegde vervormingen, veroorzaakt door temperatuurbelastingen, nieuwe scheuren veroorzaken.

Scheurvorming constructieve vloer

Artikel nr. 645

Onderwaterbeton toegepast als kuipbodem voor een cut-and-cover tunnel kan opgelegde vervormingen in de daarop gestorte constructieve tunnelvloer in belangrijke mate beperken met scheurvorming in de constructieve vloer tot gevolg. Hieronder volgen enkele mitigerende maatregelen die mogelijk zijn, maar wel moeten worden afgewogen tegenover andere effecten (zie Constructievloeren op onderwaterbeton; ir. W van der Waardt; Cement 1 2011 [98]).

  •  In dit kader moet de dikte van het onderwaterbeton zo klein mogelijk zijn; dit vermindert spanningen in de constructievloer.
  • Door de toepassing van een tussenlaag kan verhindering van vervorming eveneens worden verminderd. Dwarskrachten in de palen kunnen echter hoger zijn dan de schuifsterkte.
  • Toepassing van GEWI-palen is een effectieve maatregel voor het verminderen van spanningen in de constructievloer. Bovendien is het minder waarschijnlijk dat GEWI-palen bezwijken op afschuiving dan prefab-betonpalen.
  • Toepassing van relatief korte tunnelmoten, bijvoorbeeld tot 20 m (zes palen in de lengte van een moot). De spanningen in langere moten zullen bij toepassing van een tussenlaag hoger zijn dan in korte moten.

Beperking van de scheurwijdte door het toevoegen van wapening is duur en voorkomt scheurvorming niet.

Wanneer scheuren ontstaan, is injectie een relatief goedkope oplossing voor het probleem. Echter, geïnjecteerde scheuren kunnen zich in de loop van de tijd weer openen doordat het eindresultaat van de injectie niet altijd goed te waarborgen is. Ook kunnen opgelegde vervormingen, veroorzaakt door temperatuurbelastingen, nieuwe scheuren veroorzaken.