Verticaal alignement

Artikel nr. 39

De minimale boogstralen bij de metro zijn gegeven in tabel 39.1. De minimum lengte van de verticale boog bedraagt 25 m. In verband met de veeraanslag van de rijtuigen en het reizigerscomfort wordt een maxi­male verticale versnelling aangehou­den van:

  • 0,5 m/s2 (5 % van g) bij een holle boog;

  • 0,3 m/s2 (3 % van g) bij een bolle boog.

waarin g = gravitatieversnelling.

 

Tabel 39.1 - Minimum verticale boogstralen bij metro

Plaats en snelheid

R (m) in holle boog

R (m) in bolle boog

beton­bed

ballast­bed

beton­bed

ballast­bed

in hoofdbaan vmax = 90 km/h

1600

2500

2500

3600

direct bij sta­ti­ons vmax = 70 km/h

1000

1500

1500

2300

op emplace­ment vmax = 70 km/h

500

750

750

1200

in wissels

3000

3000

5000

5000

algemeen

0,2 × v2

0,3 × v2

0,3 × v2

0,45 × v2

 

Bij de tram is de minimale verticale boog­straal afhankelijk van het type tram. De minimale waarde varieert tussen 300 en 1500 m.

Verticale overgangsbogen worden bij de metro en de tram niet toegepast.

 

Twee tegengesteld draaiende bogen mogen niet op elkaar aansluiten. Hiertussen moet een rechtstand aan­wezig zijn. De lengte hiervan is afhankelijk van de snelheid. Hoe hoger de snelheid, hoe langer de rechtstand.