Constructievarianten

Artikel nr. 228

Onderscheid is te maken naar de wijze van het aanbrengen van de folie:

  • in den droge of in den natte;
  • met taluds;
  • beperkte taluds;
  • zonder taluds (verticale beëindiging).

In figuur 228.1 is het principe van de oplossing met taluds getoond.

Figuur 228.1 - Oplossing met taluds

In de praktijk worden veelal de volgende gemiddelde waarden voor de helling van het folie- en boventalud aangehouden:

Helling ter plaatse van de folie:

  • uitvoering in den droge 1:2 à 1:1,5;
  • uitvoering in den natte 1:3.

Boventalud:

  • bekleding met gras 1:2;

De genoemde waarden zijn gebaseerd op ervaringen in verschillende Nederlandse grondslagen.

In het geval de oplossing met taluds teveel ruimtebeslag vergen zijn andere constructies mogelijk, zoals de U- polder en damwandpolder.

Figuur 228.2 - U-Polder

Figuur 228.3 - Smalle constructievarianten

Een folieconstructie kan ook worden toegepast voor het gesloten gedeelte van de tunnel.

Figuur 228.4 - Folieconstructie bij gesloten tunnel

Wanneer de polder overgaat in een zijwaarts gesloten constructie moet de folieconstructie worden aangesloten op een betonconstructie. Een voorbeeld is gegeven in figuur 228.5.

Figuur 228.5 - Aansluiting folie op betonconstructie

Constructievarianten

Artikel nr. 228

Onderscheid is te maken naar de wijze van het aanbrengen van de folie:

  • in den droge of in den natte;
  • met taluds;
  • beperkte taluds;
  • zonder taluds (verticale beëindiging).

In figuur 228.1 is het principe van de oplossing met taluds getoond.

Figuur 228.1 - Oplossing met taluds

In de praktijk worden veelal de volgende gemiddelde waarden voor de helling van het folie- en boventalud aangehouden:

Helling ter plaatse van de folie:

  • uitvoering in den droge 1:2 à 1:1,5;
  • uitvoering in den natte 1:3.

Boventalud:

  • bekleding met gras 1:2;

De genoemde waarden zijn gebaseerd op ervaringen in verschillende Nederlandse grondslagen.

In het geval de oplossing met taluds teveel ruimtebeslag vergen zijn andere constructies mogelijk, zoals de U- polder en damwandpolder.

Figuur 228.2 - U-Polder

Figuur 228.3 - Smalle constructievarianten

Een folieconstructie kan ook worden toegepast voor het gesloten gedeelte van de tunnel.

Figuur 228.4 - Folieconstructie bij gesloten tunnel

Wanneer de polder overgaat in een zijwaarts gesloten constructie moet de folieconstructie worden aangesloten op een betonconstructie. Een voorbeeld is gegeven in figuur 228.5.

Figuur 228.5 - Aansluiting folie op betonconstructie