Voordat de eigenlijke betonconstructie kan worden gebouwd, wordt eerst een werk­vloer aangebracht. De gehele constructie is opgebouwd uit een aantal stortmoten van circa 20 à 25 m. Bij dergelijke lengtes kunnen krimpscheuren beperkt gehouden worden zonder al te veel bijzondere voorzieningen. Indien nodig, worden de (buiten)wanden gekoeld tijdens het verhardingsproces. Zie ook Afdichtingsprofielen van dit handboek. In de voegen tussen de moten worden voeg- en afdichtingsprofielen opgenomen.

 

Betonconstructie overgangsgedeelte tunnel en toerit

Het overgangsgedeelte wordt gebouwd in meerdere te storten onderdelen. Deze zijn achtereenvolgens:

  • de keldervloer;

  • de kelderwanden;

  • de kelderdak en tunnelvloer;

  • de tunnelwanden en tunneldak;

  • overige bovenbouw.

 

Het keldergedeelte wordt vaak in een kleine bouwkuip, al dan niet voorzien van onderwaterbeton, gebouwd om de ontgraving te beperken.

 

In het geval van zinktunnels zijn de tunnelbuizen van het overgangsgedeelte qua vorm meestal gelijk aan die van het aansluitende (zink)tunnelelement. Het overgangsgedeelte wordt echter in het algemeen traditioneel uitgekist.