Als de cement-bentoniet wand rondom is voltooid, wordt de waterstand binnen de kunstmatige polder verlaagd. Het cunet ten behoeve van de wegaanleg wordt in den droge ontgraven.

Voor de cement-bentoniet wanden blijft een steunberm gehandhaafd. Dit is nodig omdat de wand geen noemenswaardige sterkte heeft. De wand alleen kan de belasting ten gevolge van het verschil in waterstand aan weerszijden van de wand niet opnemen. Slappe bodemlagen, zoals veenlagen, zijn hierbij ongunstig omdat ze als horizontale glijlaag kunnen functioneren. In dat geval is een grotere steunberm vereist. In het cunet wordt vervolgens het zandbed en de wegverharding aangebracht.