Betonreparaties zijn regelmatig nodig vanwege oppervlaktegebreken, luchtinsluitingen, scheuren, grindnesten of onvoldoende dekking (voorop gesteld dat deze gebreken in eerste instantie vermeden moeten worden). Kleine oppervlakkige onvolkomenheden zijn vaak alleen van esthetische aard. Onvolkomenheden of schades van grotere of complexere aard kunnen tot lekkage leiden of constructieve consequenties hebben, bijvoorbeeld omdat ze leiden tot een verminderde levensduur.
Voor betonreparaties zijn diverse producten beschikbaar. Deze materialen kunnen cementgebonden, kunststof gebonden of kunsthars gebonden zijn. De keuze voor een bepaald product wordt gemaakt op basis van eigenschappen zoals sterkte, aanbrengcondities, aanhechting, waterdichtheid, chemische bestendigheid en kleur. Reparatie geschiedt door aanbrengen van het reparatiemateriaal met een spatel of middels gieten, spuiten of injecteren. De verschillende materialen en reparatiemethodes staan uitgebreid beschreven in verschillende CUR aanbevelingen.
Betonreparaties dienen te worden uitgevoerd volgens aanwijzingen van de mortelleverancier. Voor de verwerkingstemperatuur geldt doorgaans een ondergrens van 5ºC. Verder dienen de reparatieplekken te worden vrijgehouden van weersinvloeden zoals directe zonbestraling of regen. De mortel dient te worden aangebracht op een schone ondergrond, ontdaan van vuil, stof en loszittende delen. Bij grotere schades dient het beton ter plaatse tot achter de wapening te worden verwijderd. Voor de meeste producten moet de ondergrond worden voorbehandeld, bijvoorbeeld door met een kwast een hechtlaag aan te brengen op het te repareren oppervlak.
De meeste reparatiemortels mogen alleen met schoon leidingwater worden aangemaakt. Daarnaast is goed mengen van essentieel belang. Direct na voltooiing van de reparatie dient deze afgedekt te worden met curing, om te voorkomen dat de reparatie uitdroogt en niet voldoende uithardt. Indien de reparatiemortel in meerdere fasen wordt aangebracht, dient tussen de bewerkingen de reparatie te worden afgedekt met een plastic folie.
Bij onvoldoende dekking op de wapening kan in bepaalde situaties nabehandeling als herstelmaatregel worden ingezet om de wapening alsnog afdoende tegen corrosie te beschermen. Men kan extra lang nabehandelen. Na ontkisting kan een curing compound worden aangebracht. Hieraan zijn wel strikte voorwaarden verbonden, zoals een dekkingsmeting over het gehele ontkiste oppervlak; voorwaarden aan de rijpheid van het beton en een raadpleging van een betontechnoloog. Ook is het mogelijk om in overleg met de betontechnoloog de dekking te corrigeren d.m.v. spuitbeton of coating. Met hydrofoberen is het soms mogelijk om d levensduur met 10-15 jaar te verlengen.
Scheuren moeten worden gerepareerd wanneer deze watervoerend zijn of als de scheurwijdte te groot is. De scheuren kunnen bijvoorbeeld worden geïnjecteerd met polyurethaanhars. Voor watervoerende scheuren wordt vaak epoxyhars gebruikt. Om te kunnen injecteren, wordt de scheur schuin aangeboord, zodat het gat de scheur op halverwege de betondikte kruist. Na het injecteren wordt het gat afgewerkt met betonreparatiemortel. Grotere scheuren kan men na inslijpen, uithakken en schoonblazen met gezuiverde lucht laten vollopen met een cementgebonden injectiesuspensie op basis van microcement of injectievloeistof.
Koelleidingen dienen te worden gevuld met grout indien er gevaar is voor corrosie, bevriezing van ingesloten water of lekkage. De leidingen worden met lucht doorgeblazen en vervolgens vanaf het laagste punt gevuld met grout d.m.v. injecteren.