Werkvloer

Artikel nr. 651

De werkvloer van een cut-and-cover tunnel is meestal een betonlaag aangebracht op de onderwaterbetonvloer, al dan niet met een uitvullaag van zand ertussen. Betonkwaliteit C12/15 is vaak voldoende. Er worden doorgaans geen sterkte-eisen aan gesteld, wel eisen m.b.t. verwerkbaarheid. In verband met de onvlakheid van de onderwaterbetonvloer en uitvoeringstechnische beperkingen moet een betonnen werkvloer minimaal 50 mm, meestal circa 80 mm dik en zijn. Meestal wordt deze gestort met een betonpomp. Hoogtemaatvoering gebeurt met een roterende laserwaterpas en een baak met optische opnemer. Ook kan de werkvloer worden gecreëerd door middel van vloeien om voldoende vlakheid te behalen. Het vloeien gebeurt met een celbetonpomp. De hoogte kan ook worden bepaald met behulp van maatstrepen op de kuipwand of piketten die vooraf zijn uitgezet.

 

 

Werkvloer

Artikel nr. 651

De werkvloer van een cut-and-cover tunnel is meestal een betonlaag aangebracht op de onderwaterbetonvloer, al dan niet met een uitvullaag van zand ertussen. Betonkwaliteit C12/15 is vaak voldoende. Er worden doorgaans geen sterkte-eisen aan gesteld, wel eisen m.b.t. verwerkbaarheid. In verband met de onvlakheid van de onderwaterbetonvloer en uitvoeringstechnische beperkingen moet een betonnen werkvloer minimaal 50 mm, meestal circa 80 mm dik en zijn. Meestal wordt deze gestort met een betonpomp. Hoogtemaatvoering gebeurt met een roterende laserwaterpas en een baak met optische opnemer. Ook kan de werkvloer worden gecreëerd door middel van vloeien om voldoende vlakheid te behalen. Het vloeien gebeurt met een celbetonpomp. De hoogte kan ook worden bepaald met behulp van maatstrepen op de kuipwand of piketten die vooraf zijn uitgezet.