Het bentoniet mag tijdens ontgraving en verharding niet lager zakken dan een vooraf bepaald niveau. Dit moet 24 uur per dag worden gemonitord. Onverwachte grondwatervariaties kunnen ook de sleufstabiliteit bedreigen. Dit moet ook worden gemonitord. Hoge grondwaterstanden kunnen worden gecompenseerd door middel van bemalen of verhogen van het bentonietniveau in de sleuf. Wanneer sleufinstabiliteit onverhoopt toch optreedt, kan de sleuf met grind worden gevuld en later opnieuw worden ontgraven.
Bij luchttemperaturen onder het vriespunt verdient de verwerkbaarheid van de bentonietsuspensie extra aandacht. Problemen doen zich voor bij strenge vorst.