Afzinken van folie

Artikel nr. 588

Een folie kan ook in een ontgraving tussen damwanden worden afgezonken. Hieronder volgt een mogelijk stappenplan:

  • Damwanden plaatsen en de kuip nat ontgraven.
  • Big bags stapelen tegen de damwand en de damwandkassen vullen met zand tot bovenkant big bags.
  • Plaatsen van de liersystemen.
  • Beschermfolie (dik weefseldoek) afzinken en tegen de damwand en over de big bags hangen, tegen de big bags aandrukken en ballasten met zandzakken.
  • Folie met lieren overhalen en lasverbindingen boven water realiseren als machinelas of föhnlas op een drijfconstructie. De las wordt in lengten van bijvoorbeeld 10 m gemaakt, waarbij de drijfconstructie steeds een stuk opschuift.
  • Folie afzinken naar de bodem. De folie (veelal 1 mm dik PVC) is zwaarder dan water, waardoor deze onder zijn eigen gewicht naar de bodem zakt.
  • Water laten opkomen om de folie goed tegen de bodem te drukken. Het waterpeil op de folieconstructie moet enkele decimeters hoger zijn dan de aanwezige stijghoogte eronder. Controle en bewaking middels peilbuiswaarnemingen.
  • Met duikers de ligging van de folie controleren. Lekdetectiemeting uitvoeren (eventueel met duikers, op tast). Controle van de dichtheid is daarnaast mogelijk middels geo-electrische lekdetectie (zie CUR 206 Geokunststoffen op de bouwplaats [96] ), monitoren van het waterniveau of controle door duikers.
  • Aansproeien zand. Aanvullen op de taluds dient van onder naar boven te worden uitgevoerd, waarbij er voor moet worden gezorgd dat het vlakke gedeelte van de aanvulling hoger ligt dan de teen van het aanvultalud t.p.v. de folie. Tijdens de uitvoering dient het in de aanvulling toe te passen zand d.m.v. monsters te worden gecontroleerd op de in het ontwerp aangehouden volumegewichten.
  • Diepteverdichting uitvoeren waar nodig. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een vibrofloatation: laten zakken van een trilnaald in de bodem met aan de punt waterspuitmonden gemonteerd om dit te vergemakkelijken. Verdichting gebeurt door de trilnaald langzaam omhoog te trekken. Side jets snijden de grond aan de zijkant van het gat zodat deze in het gat valt. De ontstane holte aan het maaiveld wordt opgevuld. Door monitoring van de kabellengte wordt voorkomen dat de naald door folie prikt. Een andere methode is de Tristar methode: intrillen van een stalen profiel in de grond. In feite een variant op het in- en uittrillen van een damwand. Een derde manier van verdichten is het zogenaamde inplempen. Hierbij wordt op de folie een drainagesysteem afgezonken. Tijdens het bemalen trekt het drainagesysteem het oppervlaktewater door het zandpakket, waardoor het zand wordt verdicht. Het inplempen kan worden versneld door vooraf tijdens zand aanvullen circa 1 m overhoogte mee te nemen.
  • Oppervlakteverdichting gebeurt mechanisch. Hiervoor kan een zware trilwals of trilplaat (met een invloedsdiepte van circa 2,00 m)worden gebruikt.
  • Uitvoeren van sonderingen tot maximaal 2 à 3 m boven de folie, twee weken na beëindiging van het verdichten, om de mate van verdichting te controleren. Ook kunnen boringen met monstername worden uitgevoerd om de dichtheid en het vochtgehalte te bepalen. Aanvullend hierop kunnen dichtheidsmetingen m.b.v. nucleaire meetapparatuur worden uitgevoerd.

Een nieuwere methode betreft het samenstellen van de foliebanen aan één zijde van de ontgraving, waarna de folie over een drijvend buizenstelsel op het water wordt getrokken en wordt afgezonken door het buizenstelsel met water te vullen en een overhoogte water op de folie te brengen

Opgemerkt wordt dat de dichtheid van de aanvulling zonder de genoemde toepassing van diepteverdichting erg matig zal zijn door de wijze van nat aanbrengen, hetgeen grote consequenties kan hebben voor de hierboven te plaatsen constructie. Uitvoering van diepteverdichting en sonderingen dient uiterst zorgvuldig te geschieden om het risico van lek prikken van de folie te voorkomen.

Figuur 588.1 - Afzinken folieconstructie

Afzinken van folie

Artikel nr. 588

Een folie kan ook in een ontgraving tussen damwanden worden afgezonken. Hieronder volgt een mogelijk stappenplan:

  • Damwanden plaatsen en de kuip nat ontgraven.
  • Big bags stapelen tegen de damwand en de damwandkassen vullen met zand tot bovenkant big bags.
  • Plaatsen van de liersystemen.
  • Beschermfolie (dik weefseldoek) afzinken en tegen de damwand en over de big bags hangen, tegen de big bags aandrukken en ballasten met zandzakken.
  • Folie met lieren overhalen en lasverbindingen boven water realiseren als machinelas of föhnlas op een drijfconstructie. De las wordt in lengten van bijvoorbeeld 10 m gemaakt, waarbij de drijfconstructie steeds een stuk opschuift.
  • Folie afzinken naar de bodem. De folie (veelal 1 mm dik PVC) is zwaarder dan water, waardoor deze onder zijn eigen gewicht naar de bodem zakt.
  • Water laten opkomen om de folie goed tegen de bodem te drukken. Het waterpeil op de folieconstructie moet enkele decimeters hoger zijn dan de aanwezige stijghoogte eronder. Controle en bewaking middels peilbuiswaarnemingen.
  • Met duikers de ligging van de folie controleren. Lekdetectiemeting uitvoeren (eventueel met duikers, op tast). Controle van de dichtheid is daarnaast mogelijk middels geo-electrische lekdetectie (zie CUR 206 Geokunststoffen op de bouwplaats [96] ), monitoren van het waterniveau of controle door duikers.
  • Aansproeien zand. Aanvullen op de taluds dient van onder naar boven te worden uitgevoerd, waarbij er voor moet worden gezorgd dat het vlakke gedeelte van de aanvulling hoger ligt dan de teen van het aanvultalud t.p.v. de folie. Tijdens de uitvoering dient het in de aanvulling toe te passen zand d.m.v. monsters te worden gecontroleerd op de in het ontwerp aangehouden volumegewichten.
  • Diepteverdichting uitvoeren waar nodig. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een vibrofloatation: laten zakken van een trilnaald in de bodem met aan de punt waterspuitmonden gemonteerd om dit te vergemakkelijken. Verdichting gebeurt door de trilnaald langzaam omhoog te trekken. Side jets snijden de grond aan de zijkant van het gat zodat deze in het gat valt. De ontstane holte aan het maaiveld wordt opgevuld. Door monitoring van de kabellengte wordt voorkomen dat de naald door folie prikt. Een andere methode is de Tristar methode: intrillen van een stalen profiel in de grond. In feite een variant op het in- en uittrillen van een damwand. Een derde manier van verdichten is het zogenaamde inplempen. Hierbij wordt op de folie een drainagesysteem afgezonken. Tijdens het bemalen trekt het drainagesysteem het oppervlaktewater door het zandpakket, waardoor het zand wordt verdicht. Het inplempen kan worden versneld door vooraf tijdens zand aanvullen circa 1 m overhoogte mee te nemen.
  • Oppervlakteverdichting gebeurt mechanisch. Hiervoor kan een zware trilwals of trilplaat (met een invloedsdiepte van circa 2,00 m)worden gebruikt.
  • Uitvoeren van sonderingen tot maximaal 2 à 3 m boven de folie, twee weken na beëindiging van het verdichten, om de mate van verdichting te controleren. Ook kunnen boringen met monstername worden uitgevoerd om de dichtheid en het vochtgehalte te bepalen. Aanvullend hierop kunnen dichtheidsmetingen m.b.v. nucleaire meetapparatuur worden uitgevoerd.

Een nieuwere methode betreft het samenstellen van de foliebanen aan één zijde van de ontgraving, waarna de folie over een drijvend buizenstelsel op het water wordt getrokken en wordt afgezonken door het buizenstelsel met water te vullen en een overhoogte water op de folie te brengen

Opgemerkt wordt dat de dichtheid van de aanvulling zonder de genoemde toepassing van diepteverdichting erg matig zal zijn door de wijze van nat aanbrengen, hetgeen grote consequenties kan hebben voor de hierboven te plaatsen constructie. Uitvoering van diepteverdichting en sonderingen dient uiterst zorgvuldig te geschieden om het risico van lek prikken van de folie te voorkomen.

Figuur 588.1 - Afzinken folieconstructie