Tunnels zijn lange, gesloten, rechthoekig of ronde kunstwerken ten behoeve van een weg of spoorweg, namelijk:
- een tunnel onder een watergang (figuur 7.1)
- een tunnel onder maaiveld (figuur 7.2)
- een tunnel boven maaiveld (figuur 7.3).
De doorsnede kan zowel rechthoekig als rond zijn, zie figuur 7.4.
Figuur 7.1 - Tunnel onder een watergang
Figuur 7.2 - Tunnel onder maaiveld
Figuur 7.3 - Tunnel boven maaiveld
Figuur 7.4 - Rechthoekige en ronde tunneldoorsnede
In het dagelijkse spraakgebruik wordt de term tunnel ook gebruikt voor constructies die binnen het kader van dit handboek niet als tunnel worden gezien. Een voorbeeld hiervan is de fiets”tunnel”.