Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Geleidebarrier t.p.v. vluchtdeur

Artikel nr. 455

Functies

Onderbreking in de geleidebarrier t.b.v. de toegang naar het middenkanaal. De onderbreking zodanig uitvoeren dat de geleidende functie zo goed mogelijk wordt gewaarborgd en dient in de eindsituatie minimaal 250 mm hoog te zijn.

 

Toepassingen

  1. de vluchtdeuren en deuren in verkeerstunnels, onderdoorgangen en aquaducten.

 

Detailontwerp

De onderbreking moet altijd beginnen boven het onderste schuine vlak. Voor de werking van de geleidebarrier is het onderste schuine vlak van essentieel be­lang.

De onderbreking niet onnodig groot maken, maar dient wel minimaal 1600 mm te zijn om ruimte te geven ten behoeve van omstanderhulp.

Om in de rijrichting geen haaks aanrijpunt te krijgen dient het bovenste gedeelte van de geleidebarrier aan de rijrichtingszijde te worden voorzien van een afschuining. Bij tidal-flow dus aan weerszijden.

Het bovenvlak van de horizontale opstap afwaterend maken. De voeg tussen de geleidebarrier en de wand van de horizontale opstap waterdicht afsluiten met een rubberhoudende elastisch blijvende bitumineuze voegvulling (zie detailontwerp figuur 455.2).

De scherpe hoeken van de geleidebarrier voorzien van vellingkanten 10*10 mm.

 

Motivering

Een goede bereikbaarheid van het middenkanaal en pompenkamers, met behoud van een zo goed mogelijke verkeersgeleiding.

 

Conservering:

Niet van toepassing.

Figuur 455.1 - Vooraanzicht geleidebarrier t.p.v. vluchtdeur (plaatje voldoet niet aan Rarvw)

Figuur 455.1 - Vooraanzicht geleidebarrier t.p.v. vluchtdeur (plaatje voldoet niet aan Rarvw)