Als calamiteitenafdichting en om hechting van de overlaging aan de flexibele afdichting te voorkomen wordt de ruimte boven de afdichting met carifalt ingegoten (zie figuur 265.1). Ook het carifalt dient niet aan het afdichtingsprofiel te hechten, daartoe wordt een laagje (zilver)zand op de afdichting geplaatst alvorens het in te gieten.
Scheuren in het asfalt boven dilatatievoegen kunnen beperkt worden door het aanbrengen van een strook glasvezelweefsel over de voeg (figuur 265.2) dat de uitzetting of inkrimping over een grotere afstand verspreid.
Figuur 265.1 - Voorbeeld afdichting ten behoeve van calamiteitendichting (gevaarlijke stoffen)
Figuur 265.2 - Voegovergang voor asfalt