De te doorlopen stappen van vergunningsprocedures in de verschillende fasen van ontwerp en uitvoering zijn project-specifiek. Het wettelijke kader waarbinnen het ruimtelijke inpassingplan is vastgelegd, bepaalt de doorlooptijd van de benodigde vergunningen en toestemmingen.
Bij een project waarvoor een Tracébesluit geldt (voor rijkswegen geldt een tracébesluit, voor provinciale wegen een Provinciaal Inpassingsplan en voor gemeentelijke wegen een het Bestemmingsplan), is bijvoorbeeld een coördinatieregeling van kracht. Eerst wordt een ontwerpbesluit en vervolgens een definitief besluit genomen door het bevoegd gezag. Tegen het ontwerpbesluit iedereen zienswijzen indienen, tegen het besluit staat beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In het onderstaande schema is de gecoördineerde voorbereidingsprocedure voor uitvoeringsbesluiten van een tracébesluit weergegeven.
De vergunningen nodig voor de bouwfase, tijdelijke vergunningen, worden conform de reguliere proceduretijd doorlopen.
De openstellingsvergunning is voor elke tunnel noodzakelijk. Om de openstellingsvergunning op tijd te verkrijgen is het nodig om direct bij gunning van het project de stakeholders (veiligheidsbeambte, tunnelbeheerder, openbare hulpdiensten, bevoegd gezag en wegbeheerder) te betrekken bij het project. Door frequent regulier overleg met stakeholders en ontwerpers worden processen en eisen tijdig inzichtelijk voor de scenarioanalyse, onderdeel van het veiligheidsbeheerplan, zodat discussies bij de openstellingsvergunning worden voorkomen.
Bij het plannen, bouwen en openstellen van tunnels zijn er vier fasen te onderscheiden met elk zijn benodigde plan. De inhoud van elk plan is vastgelegd in de leidraad Veiligheidsdocumentatie voor wegtunnels. De plannen zijn te downloaden van de website van Rijkswaterstaat.
Hierna volgt een overzicht van vergunningen die naast de omgevingsvergunning voor het bouwen en de openstellingsvergunning van toepassing zijn bij een c&c of openbak tunnel.
Kennisbank

