Als gevolg van variabele belastingen kan het nodig zijn rekening te houden met vermoeiing. De tunnelconstructie dient hierop te zijn ontworpen. Dit speelt onder andere een rol bij tussenvloeren en wanden met aangrenzende constructies. Bij verkeerstunnels is de problematiek van vermoeiing in het algemeen van tamelijk beperkt belang.
Voor betonconstructies is de NEN-EN 1992 [31] van kracht. Voor staalconstructies is ten aanzien van vermoeiing specifiek NEN-EN 1993-1-9 [32] van kracht.
Spoortunnels
Voor spoortunnels wordt in OVS00201 [24] als eis 3.1.1.13 vermeld dat alle constructies, constructieonderdelen en installaties in de tunnel moeten worden ontworpen op de (vermoeiings)belastingen, bepaald volgens NEN-EN 14067 “Railtoepassingen – Aerodynamica” [41].