Stempels waarborgen de constructieve integriteit. Stempels kunnen ten gevolge van uitzetting door opwarming worden overbelast waardoor ze kunnen bezwijken (uitknikken). Bij het ontwerp van de stempels moeten de gevolgen van temperatuurbelasting daarom worden beschouwd. Belangrijk aandachtspunt is de stabiliteit van de aansluiting stempel-gording-wand.
Om temperatuurspanningen te reduceren worden stempels ook wel wit geschilderd.
Stempels dienen naast temperatuurbelasting ook berekend te worden op een toevallige puntlast.
Bij een gestempelde bouwkuip moet gerekend worden met stempeluitval. In de gording mogen hierbij plastische scharnieren geschematiseerd worden. Bij stempeluitval behoeft de temperatuurbelasting niet in rekening te worden gebracht.
Voor permanente stempels behoeft stempeluitval niet altijd in rekening te worden gebracht mits sprake is van een robuust ontwerp. Zo is bij de verdiepte ligging/aquaduct A4 Leiderdorp (relatief diepe ligging en tijdens een deel van de bouwfase vlak naast de in gebruik blijvende A4) gebruik gemaakt van zware betonnen stempels, die zowel een functie in de bouwfase, als in de gebruiksfase hebben. Deze zware betonnen stempels hebben een hart-op-hart-afstand van 12 m (breedte circa 2,5 m). Er is toen geoordeeld dat de kans dat zo’n zware en daardoor robuuste stempel zou uitvallen voldoende klein is zodat daarmee geen rekening behoefde te worden gehouden. Een extra maatregel is dat het stempel via de kopbalk direct is vast gestort aan de combiwand, zie figuur 73.1.