Zie ook [10] bijlage 2, code O1.5.3.
In veel gevallen worden palen pas geheid nadat de bouwput is ontgraven. Het inbrengen van grondverdringende palen in slecht doorlatende grondlagen in de passieve zone nabij de wand kan leiden tot wateroverspanningen, waardoor de passieve weerstand van de grond afneemt. Hetzelfde risico bestaat bij het fluïderend inbrengen van grondverdringende palen. Dit leidt tot extra vervormingen van de grondkering en als mogelijk gevolg tot verzakking van belendingen. Bij dichte palenvelden kan bij een grondverdringend systeem tevens opheien van de damwand optreden.
Het inbrengen van een gedeeltelijk of geheel grondverwijderend paalsysteem op korte afstand van de damwand kan ook leiden tot vervorming van de damwand door ontspanning van de grond in de passieve wig. Bij alleenstaande palen met een grote onderlinge afstand bestaat dit risico meestal niet. Bij een rij palen met korte onderlinge afstand of dichte paalgroepen op korte afstand van de damwand moet rekening worden gehouden met de heivolgorde.