In de BSTTI [80] en Rarvw worden eisen gesteld m.b.t. locaties, toepassing en uitrusting van hulpposten. Hierin wordt ondermeer aangegeven in welke situatie welk type hulppost moet worden toegepast, en wordt tevens de h.o.h. afstand aangegeven.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de grote hulppost (type 1) en de kleinere types (2).
Voor de grote hulppost geldt dat het deel van de hulppost dat bestemd is voor gebruik door de weggebruiker moet worden afgeschermd met een doorzichtige deur om de weggebruiker te laten zien wat er achter de deur te vinden is. Het deel dat bestemd is voor (professionele) hulpverleners moet worden afgescheiden met een ondoorzichtige deur.
De grote hulpposten (type) moeten binnen 2 tot 10 m (gemeten in de rijrichting) vanaf de vluchtdeuren worden aangebracht. Op deze manier is de weg voor de hulpverleners, die via het middenkanaal de calamiteitenbuis bereiken, van de vluchtdeur naar de hulppost zo kort mogelijk. Indien er sprake is van tidal-flow staat men vrij in de keuze van de richting van de vluchtdeur.
Aangezien de schuifdeuren geopend worden in de richting van de rijrichting, zal bij geopende toestand de schuifdeur zich bevinden tussen de deuropening en hulppost. Bij bijvoorbeeld de A2 tunnel te Maastricht is een afstand van 4m tussen deur en hulppost aangehouden om de krachten in de middenwand over te kunnen dragen.
De maximale afstand tussen hulpposten is 60m. De afstand zal in de praktijk echter nooit groter zijn dan 50 m. Deze maat kan worden afgeleid uit de eisen in de BSTTI [80] ten aanzien van de hart op hartafstand van vluchtdeuren 100 m en 250 m in het geval van dwarsverbindingen.
De reden dat gekozen is voor dit type en materiaal hulppost heeft te maken met een aantal problemen met hulpposten die bij diverse tunnels zijn opgetreden.
Bij een groot aantal tunnels is namelijk corrosievorming op de aluminium kozijnen en deuren opgetreden.
Er zijn in de afgelopen jaren diverse onderzoeken gedaan naar deze corrosievorming, o.a. bij de Botlektunnel, Wijkertunnel, IJtunnel. Vrijwel in alle tunnels kun je corrosie constateren op de hulpposten. De oorzaken zijn velerlei, te weten:
-
zeer agressief klimaat;
-
hogere zoutbelasting (tunnels aan de kust) en door strooizouten;
-
wijze van reinigen;
-
detaillering en conservering kozijnen;
-
mechanische beschadigingen.
Er zijn door diverse instanties al onderzoeken gedaan, vaak om juridisch sterk te staan voor het verhalen van de schade, maar eenvoudig is het niet omdat diverse factoren elkaar versterken en de oorzaak dus niet eenduidig is; zo is bijv. het schoonmaakmiddel (Jonclean 112) een mogelijke oorzaak omdat, indien het achterblijft op het aluminium, het indampt en daardoor agressief wordt voor aluminium.
Het schoonmaken geschiedt mechanisch d.m.v. de wandenwaswagen. Hoewel reeds is aangegeven dat schoonmaken van deze deuren en ramen anders zou moeten, blijft het (vermoedelijk omwille de kosten) veelal een verwaarloosd onderdeel.
Bij de Wijkertunnel is door TNO een onderzoek uitgevoerd naar de oorzaak van corrosie die is opgetreden op onderdorpels van de hulppostkasten. Hieruit bleek dat de oorzaak voornamelijk moet worden gezocht in de detaillering en conservering van de hulpposten. (TNO-rapport BU4.99/030600-1/RK [144])
Gevoelig onderdeel is de detaillering en uitvoering van het hang- en sluitwerk; door de aannemer wordt altijd gezocht naar de goedkoopste onderaannemer en dan is bewaking van de kwaliteit van het geleverde uitermate belangrijk.
Er is gezocht naar een materiaal en detaillering die minder gevoelig zijn voor de elementen. De hier aangegeven oplossing voldoet daar zoveel mogelijk aan. De grote hulppost is enige tijd geleden bij wijze van proef vervaardigd en geplaatst in de Drechttunnel. De deuren bestaan zoveel mogelijk uit glas; de kaders en de kozijnen zijn vervaardigd uit RVS 316(L) en zijn zo klein mogelijk van oppervlak gehouden; de deuren zijn voorzien van inwendige scharnieren. De hulppost is destijds (2000) door Rijkswaterstaat op bouwkundige aspecten en door de regionale brandweer op de openingsmethodiek getest en positief beoordeeld. De hulppost die bij de Drechttunnel is toegepast is nog op een aantal punten verbeterd zodat hij voldoet aan de eisen van de destijds vigerende norm VRC. Daarnaast zijn de afmetingen van de hulppost nog enigszins aangepast omdat de brandslang bij het uitrollen van de haspel onder bepaalde situaties tegen het scharnier aanliep. De hulppost is 0,10 meter breder gemaakt en is nu 1,60 meter breed en 1,50 meter hoog.
Kennisbank