Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Functie

In geval van toepassing tractie energie voorziening 1500V (DC) bestaat het risico op zwerfstroom uittreding op plaatsen waar bijvoorbeeld wapening in contact komt met grond(water). Hierdoor zullen t.g.v. grote stroomsterkten ,welke via de wapening uittreden, grote schaden ontstaan aan de wapening. Om dit te voorkomen dient de tunnel te worden geaard. In geval van een tractie energie voorziening van 25 kV AC is de aarding noodzakelijk om z.g. stap- en aanraakspanning te voorkomen. In beide gevallen is het aardingsprincipe om alle componenten elektrisch door te verbinden (zie bijgevoegde principe tekeningen v.w.b. aarding). Voor nieuwbouw hoeft in principe niet meer op een 25 kV situatie voor tractie energie te worden ontworpen (per situatie te verifiëren bij ProRail).

Uitzondering hierop zijn eventuele nieuwe kunstwerken voor de Betuwe route en de HSL waar een 25 kV (AC) tractie energie systeem is geïmplementeerd.

Figuur 480.1 - Principe aarding en maatregelen tegen zwerfstromen

Figuur 480.2 - Principe aarding en maatregelen tegen zwerfstromen

Toepassingen

Toe te passen in spoortunnels.

Detailontwerp

Het aardingconcept voor tunnels op dit moment is dat alles elektrisch aan elkaar wordt verbonden, ook de palen worden elektrisch doorgekoppeld met het wapeningsnet. De afzonderlijke moten van de tunnel dienen elektrisch onafhankelijk te zijn en worden extern verbonden met het aardingsnetwerk. Hierdoor ontstaat een inspecteerbaar en onderhoudbaar aardingssysteem. Voor verdere eisen betreffende aarding wordt verwezen naar de OVS00201 [24] Spoortunnels>250 m .

Bij 25 kV AC zal aarding plaats vinden via een lineaire aardkabel. Bij 1500V DC bijvoorbeeld door het koppelen aan een stalen damwand of paal met aardelektrode. Daarnaast zal, aangezien beton toch beperkt geleid, door het grote betonoppervlak de constructie geaard zijn. Zie verder de OVS00053-9 [21].

Figuur 480.3 - Detail koppeling aarding t.p.v. palen

Motivering

Een tunnel dient te worden voorzien van aarding om stap- en aanraakspanningen op een aanvaardbaar laag niveau te houden en zwerfstroomproblematiek te beheersen door middel van het elektrisch doorverbinden van de verschillende tunnelmoten.

Conservering

Niet van toepassing.

 

Noot: De bovenbouw (spoorconstructie en daarmee elektrisch verbonden onderdelen en voorzieningen) alsmede het bovenleiding systeem (w.o. in te storten bovenleiding profielen) dienen te zijn geïsoleerd van de wapening van de tunnelconstructie conform de voorschriften van ProRail. Op de aardingsconcepten (zie bijlagen 1 en 2) is aangegeven, dat de ingestorte ankerrail bovenleiding aan het aardnet aangesloten dient te worden. De isolatie van de bovenleiding wordt bereikt doordat hier de bovenleiding draagconstructie geïsoleerd van deze ankerrail aangebracht wordt.

Tabel 480.1 - Aandachtspunten RAMS-criteria

Variant

Aarding

R

Reliability
(Betrouwbaarheid)

Goed, geen bijzonderheden.

A

Availability
(Beschikbaarheid)

Goed, geen bijzonderheden.

M

Maintainability
(Onderhoudbaarheid)

Goed, geen bijzonderheden.

S

Safety
(Veiligheid)

Goed, geen bijzonderheden.