Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Functie

Mantelbuis ten behoeve van het doorvoeren van bekabeling.

Doel

Het CO-meetsysteem voorzien van bekabeling.

Detailontwerp

Zie figuur 283.1 en figuur 283.2.

De PE-HD-buis Ø63×55,8 mm ten behoeve van het CO-meetsysteem wordt op 3 plaatsen per tunnelbuis ingestort. Eén op het diepste punt van de tunnel en de andere twee op circa 100 m voor het begin respectievelijk het einde van het gesloten gedeelte van de tunnel.

Daar waar de buis in de tunnelbuis uitkomt wordt een inkassing 350 mm x 300 mm x 100 mm gemaakt.

Na het doorvoeren van kabels en leidingen de buizen over circa 50 mm dichtzetten met PUR-schuim.

Bijbehorende details en gegevens

Het meten van de concentratie koolmonoxide (CO) in beide tunnelbuizen. Aan de hand van de gemeten CO-waarden kan het tunnelventilatiesysteem al dan niet in werking treden.

Figuur 283.1 - Doorsnede middenkanaal met mantelbuis voor CO-meetsysteem

Figuur 283.2 - Aanzicht middenwand van 4-51