Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Doel

Het bieden van ruimte voor de aansluiting op het elektriciteitsnet, met een elektriciteitsmeter schakelinrichting en bereikbaar voor de netbeheerder.

Toepassingen

In tenminste één van de dienstgebouwen. Echter indien er sprake is van een redundante netaansluiting uit een onafhankelijk onderstation (een onderstation dat op een ander hoofdnet is aangesloten dan de primaire netaansluiting van de tunnel) moet dit op het andere dienstgebouw worden aangesloten.

Detailontwerp

Voor plaatsing van de bij de aansluiting behorende apparatuur moet een ruimte met door de netbeheerder te bepalen afmetingen ter beschikking worden gesteld aan de netbeheerder.

Het NUTS aansluit/inkoppelpunt moet door de personen in dienst van, of gemachtigd door de netbeheerder kunnen worden bereikt met behulp van een door de netbeheerder voorgeschreven voorziening. Meestal wordt voor dit doel door de netbeheerder een slot ter beschikking gesteld of wordt een sleutelkastje geleverd voorzien van een standaard door de netbeheerder te verstrekken slot.

Een mogelijke aanvullende eis die door de netbeheerder kan worden gesteld bij tunnels voorzien van een laagspanningsaansluiting is dat de kWhmeter niet in een ruimte beneden maaiveldniveau mag worden opgesteld.

Motivering

Het inkooppunt moet bereikbaar zijn voor de netbeheerder met afscherming van de andere ruimtes in het dienstgebouw.