Bij het heien van prefab betonpalen kunnen de volgende ongewenste situaties zich voordoen:
-
Een onjuiste positionering van de paal.
-
De paal verloopt tot buiten de maattoleranties tijdens het heien.
-
Kalendering loopt op, bijvoorbeeld tot boven 100 of zelfs boven de 150 slagen per 25 cm.
-
De paal komt niet op de vereiste diepte.
-
Eindkalendering is te laag, bijvoorbeeld 10 slagen per 25 cm of nog minder.
-
Tijdens het heien wordt op een obstakel gestuit.
-
Paalbreuk.
Deze situaties kunnen ertoe leiden dat de tunnel- of kuipvloer niet op de juiste positie wordt ondersteund (situaties 1 en 2), of dat de draagkracht onvoldoende is (situaties 3 t/m 7). Ook wanneer de palen te veel weerstand ondervinden tijdens het heien en daardoor niet op diepte kunnen komen, is het mogelijk dat de draagkracht onvoldoende is. Bij te hoge kalendering, bijvoorbeeld door een obstakel in de grond, kan een grotere valhoogte of groter heiblok uitkomst bieden, echter niet voordat met de constructeur is overlegd in verband met verhoogde kans op paalbreuk. Wanneer de paal tot buiten maattolerantie verloopt, gebeurt dat meestal ver voordat de paal op diepte is. Men kan dan proberen om deze statisch te trekken. Dit is soms ook mogelijk wanneer men op een relatief ondiep obstakel stuit. Indien door genoemde situaties of herstelmaatregelen de draagkracht of positie van het ondersteuningspunt van de tunnel in het geding is, dient altijd met de constructeur te worden overlegd of een extra paal of een andere maatregel nodig is.