In spoortunnels worden droge blusleidingen toegepast, zie figuur 279.1. In het geval van brand dient de brandweer brandslangen aan te sluiten op aansluitpunten van de droge blusleiding. De aansluitpunten bevinden zich op een hart op hart afstand van 60 m in een inkassing die voldoende ruim is zodat een brandslang erop aangesloten kan worden. Afhankelijk van de situatie kan de aansluiting op de droge blusleiding zich bevinden in een kast met meerdere objecten. In dit geval is de inkassing op de afmetingen voor de kast aangepast.
Figuur 279.1 - Voorbeeld inkassing ten behoeve van droge blusleiding
Kennisbank
