Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Bouwplaatsinrichting

Artikel nr. 523

Om de bouwplaats effectief en efficiënt te kunnen inrichten en ontsluiten, is het belangrijk om alle processen gedurende het project met bijbehorende logistiek en benodigd ruimtebeslag goed te doorgronden.

Normaliter moet een bouwterrein voor een cut-and-cover tunnel voorzien in:

  • Omheining met (in toenemende mate) een poortcontrole.
  • Bouwkeet met voldoende werkplekken (circa 4 m x 6 m per 3 personen) en vergaderruimtes, maar ook technische ruimtes, bergruimte, sanitaire voorzieningen etc.
  • Loods voor de opslag. Soms is er behoefte aan een tweede loods t.b.v. werkzaamheden. De noodzaak wordt steeds minder, omdat men steeds meer laat prefabriceren in een fabriekshal, bijvoorbeeld bekisting voor betonwerk.
  • Parkeerplaatsen.
  • Laad-, los- en hijszones zoveel mogelijk binnen het afgesloten terrein. Bij laad-, los- en hijsactiviteiten in de nabijheid van openbare ruimtes dienen voldoende veiligheidsmaatregelen te worden genomen.
  • Depots nodig, bijvoorbeeld voor tijdelijke opslag van bouwmaterialen, grond, bentoniet e.d.
  • Stroomvoorziening. Vanuit een trafohuis dient een aansluiting te worden gemaakt op een stroomkast door de stroomleverancier (middenspanning). Hier wordt ook een stroommeter geplaatst. Vanaf deze kast dient een verdere verdeling gemaakt te worden naar de bouwplaats (380V).
  • Bouwwegen.

Veelal is een bouwplaats minder goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Bij het bepalen van het aantal parkeerplaatsen dient daarom rekening te zijn gehouden met de verhouding 1:1. Daarnaast zal een aantal plaatsen voor bezoekers gerekend moeten worden. Met haaks parkeren kan het grootste aantal plaatsen worden gecreëerd.

Voor het bepalen van de grootte en inrichting van het opslagterrein zijn 4D BIM tools beschikbaar die de fasering en hoeveelheden in de tijd zichtbaar maken. Benodigd materiaal en materieel kunnen in de tijd uitgezet worden, waardoor zichtbaar wordt wanneer de grootste piek ontstaat in het gebruik van het opslagterrein. Door slimme voorbereiding kan ook het gebruik van het parkeerterrein meegenomen worden in de planning van de benodigde oppervlakte. Er zijn ook 4D BIM tools die de fasering van alle bouwplaatsvoorzieningen integraal uitwerken.

Figuur 523.1 - Voorbeeld inrichting bouwplaats