Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Prefab betonpalen

Artikel nr. 622

Prefab palen kunnen vóór ontgraven worden geheid met oplanger of na ontgraven vanaf de zijkant van de kuip, vanaf een traverse over de kuip of vanaf een ponton drijvend in de kuip. Een oplanger is ook geschikt om palen onderwater weg te heien.

 

De prefab betonpalen worden per type (lengte, schacht, voorspanning, kopwapening) voorzien van een unieke kleurcode zodat op de bouwplaats onderscheid te maken is. Tevens worden de palen met een geboortekaart geleverd. Kleurcode en geboortekaart worden bij levering op bouwplaats gecontroleerd.

 

Na aankomst worden de palen vanaf de vrachtwagen gelost met een hulpkraan. Er is ruimte nodig voor het opstellen van de hulpkraan evenals het lossen en de opslag van de prefab palen met toebehoren. De aan- en afvoerroute moeten verhard zijn, bijvoorbeeld d.m.v. rijplaten. De hulpkraan moet ook langs de kuip kunnen rijden. Dat geldt ook voor de heistelling, indien deze naast de kuip staat. De heikraan kan bijvoorbeeld op dragline schotten worden opgesteld. Voor het verplaatsen van de heistelling naar verschillende werkniveaus kan een zandoprit of een oplopend plateau van schotten worden gerealiseerd met een maximale helling van circa 1:7 à 1:10. Indien de heistelling in de kuip staat, moeten de schotten voor het verplaatsen van de heistelling tussen de paalkoppen worden geplaatst.

 

Een heiploeg bestaat uit een heibaas, een machinist, een heier en een hulpkraanmachinist.

 

De paal kan met stroppen (aantal stroppen volgens fabrieksinstructie) worden gehesen en verticaal worden geplaatst. Vervolgens wordt het heiblok boven de paalkop gepositioneerd. Nadat de paal is ingesloten in de passe-partout, wordt het heiblok op paalkop geplaatst. De heistelling wordt dan in lijn met de paal gesteld en de makelaar in verticale stand. De kraan positioneert de paal dan boven de piket en laat deze zakken. Na het losmaken van de stroppen wordt het heiblok (meestal een dieselblok) gestart en wordt de paal tot de juiste diepte geheid.

 

Tijdens het heien moet er worden gekalenderd om te controleren of de paal net zo snel zakt als voorspeld. Dit geeft informatie over de weerstand in de grond. De eerste paal wordt zo dicht mogelijk bij een sondering geheid die gebruikt is voor de heianalyse. Deze paal wordt over de gehele lengte gekalenderd om de heibaarheidsanalyse te verifiëren. Nabij iedere volgende sondering kan op deze manier de betreffende heianalyse worden geverifieerd.

 

Op basis van kalendering kan er worden besloten om het kalenderbeeld bij te stellen. Ook kan men eventueel overgaan tot het wijzigen van de energieafgifte (valhoogte of zelfs type heiblok). De kalendering geeft ook informatie over de uiteindelijke draagkracht en eventuele paalbreuk.

 

Nadat de paal op diepte is gekomen, wordt als steekproef of bij vermoeden van paalbreuk akoestisch doorgemeten of er sprake is van paalbreuk. Tenslotte worden de koppen vaak gesneld of gebouchardeerd t.b.v. hechting met de constructieve tunnelvloer.

 

Figuur 622.1 - Transport en hijsen van prefab paal