Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Functie

De afvoer van water vanuit de pompkamer naar buiten de tunnel mogelijk te maken

Doel

Het afvoeren van (hemel-)water vanaf de pomp(en) in de pompkamer naar buiten de tunnel.

Detailontwerp

Zie figuur 301.1.

Figuur 301.1 - Muurdoorvoer persleiding

Vanuit de pompkamer wordt het water door middel van een persleiding afgevoerd naar buiten de tunnel. Hiertoe wordt in de wand van de pompkamer een doorvoer opgenomen.

In de wand van de pompkamer wordt een ruime sparing gemaakt van circa 400 mm x 400 mm, waardoor enige stelruimte ontstaat voor de persleiding. Door deze sparing wordt de persleiding naar buiten gevoerd. Deze doorvoer bestaat uit een stalen muurdoorvoerstuk met aan weerszijden een flens ten behoeve van de aansluiting van de persleiding en in het midden van de sparing een extra manchet, om de lekweg van grondwater langs het muurdoorvoerstuk te verlengen. Na het aanbrengen en stellen van het muurdoorvoerstuk wordt de sparing aangestort met krimparme cementgebonden gietmortel.