Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Sparing afspansysteem bovenleiding in de wand (spoortunnel)

Artikel nr. 277

Indien een wielafspansysteem voor de bovenleiding wordt toegepast zijn inkassingen in de wand noodzakelijk. De dimensies van de inkassing zijn afhankelijk van de benodigde ruimte voor de afspangewichten en eventueel het bovenleidingportaal. De inkassing dient verticaal te zijn zodat de gewichten van de afspaninstallatie vrij kunnen hangen en bewegen zonder de tunnelwand te raken. De hoogte van de inkassing bedraagt de volledige inwendige hoogte van de tunnelwand, omdat het afspansysteem begint op het niveau van de bovenleiding.

Inkassingen in de wanden van een spoortunnel dienen zoveel mogelijk vermeden te worden. In deze ruimten kan zich gemakkelijk vuil ophopen, waardoor de brandveiligheid afneemt. Daarom wordt de afspaninrichting zoveel mogelijk buiten de tunnel geplaatst. Tevens worden in tunnels zoveel mogelijk veerafspansystemen toegepast, waarbij geen inkassingen benodigd zijn.