Functie
Ingestort aardingsframe met aardplaten is onderdeel van de tunnelaarding en dient voor de koppeling van de aardingsinstallatie tussen de verschillende tunnelmoten.
Doel
De aardingsinstallatie dient ter bescherming van personen tegen (door defecten) onder spanning staande onderdelen en ter beperking van zwerfstromen. Tevens dient de aardingsinstallatie als bliksemafleider om atmosferische elektrische ontladingen op veilige wijze naar de aarde te geleiden en daarbij schade aan (dienst)gebouwen en installaties te voorkomen.
Detailontwerp
Zie figuur 288.1 t/m figuur 288.4.
Elke moot in een tunnelelement is voorzien van een aardingsframe van doorgelaste wapeningsstaven Ø12 die in dwarsrichting van de tunnel worden geplaatst. Bij mootlengtes van meer dan 50m is het noodzakelijk om meerdere van deze frames aan te brengen. In langrichting zijn de aardingsframes onderling verbonden doordat in elke middenwand een wapeningsstaaf Ø16 is opgenomen die op de uiteinde van de moot voorzien is van een aardplaat. De aardplaten t.p.v. de mootvoegen worden onderling verbonden middels een koperdraad zodat een doorgaande verbinding ontstaat. De aardplaat moet liefst zo dicht mogelijk bij de mootvoeg worden ingestort zodat de lengte van het koperdraad zo klein mogelijk is. Het ingestorte aardingsframe wordt ook nog aangesloten op een in het middenkanaal aan beide zijden geplaatste aardingsrail of draad van blank koper met een minimale doorsnede van 50 mm2.
Kennisbank