Doel
Het opvangen van hemel- en wandenwaswater en eventueel vrijgekomen gevaarlijke stoffen en het bieden van een ontluchtingsmogelijkheid bij een eventuele explosie van deze gevaarlijke stoffen.
Toepassingen
Hoofdwaterkelders boven de zandvangen in tunnels bij toepassing van DAB als wegverharding.
Detailontwerp
Na het storten van het beton wordt in de gecreëerde sparing het frame op hoogte gesteld. Vervolgens wordt de rand om het frame aangestort met krimparme cementgebonden mortel. De inlaatroosters worden 20 mm onder bovenkant asfalt gesteld. De roosters (gekneveld; zwaar verkeer) zijn van het type TBS 320/700 en TBS 600/650 (t.b.v. mangat). Het totale minimale doorstroomoppervlak van de roosters bedraagt 0,25 m2, conform de landelijke tunnelstandaard BSTTI#3298 [80]. De richting van de spleten van de roosters is loodrecht op de stroomrichting van het water.
Motivering
Bij een ontsteking in de toeleidende rioleringsbuizen van eventueel vrijgekomen gevaarlijke stoffen dient te worden voorkomen dat grote schade aan de kelder ontstaat. De extra inlaatroosters zorgen dan voor een extra ontluchting. De voorziening wordt aangebracht t.b.v. het voorkomen van zgn. ‘pressure piling’; de omstandigheid waarbij een (mogelijk) explosief mengsel in de waterkelder wordt ontstoken door een explosie in de HWA-leiding. Hierdoor zou een explosie kunnen optreden in de waterkelder waardoor de tunnel zwaar beschadigd raakt en mogelijk lange tijd niet bruikbaar is. Bij tunnels met 2 niveaus (bijvoorbeeld A2 tunnel te Maastricht) is het niet mogelijk om deze voorziening als zodanig uit te voeren indien de waterkelders voor beide niveaus niet gescheiden zijn. Bij deze tunnel is ervoor gekozen om een afblaasvoorziening te maken naar de open lucht door de rioleringsleidingen over de volle lengte van de tunnel door te koppelen t.b.v. de ontluchting. In de doorkoppeling t.p.v. de waterkelders is een vervangbare breekplaat ingebouwd, die in het geval van een explosie breekt en er zo voor zorgt dat er in de waterkelder geen ontsteking kan plaatsvinden (het waterslot wordt niet leeggeblazen).
Voor de bereikbaarheid van de zandvang dient minimaal 1 van de roosters als mangat te worden uitgevoerd. De plaats van de roosters wordt zo gekozen dat al het hemelwater kan worden afgevangen. Dit komt er op neer dat ze aangebracht worden in het overgangsgedeelte t.p.v. de overgang naar de toeritten. Het totale minimale doorstroomoppervlak van de roosters bedraagt 0,25 m2, conform de landelijke tunnelstandaard BSTTI#3298 [80].
Conservering
Alkydhars Primer met zinkfosfaat.
Aspecten ten aanzien van de RAMS-score
|
Variant |
Roosters voor barrier |
|
|
R |
Reliability |
Goed, geen aanvullende maatregelen benodigd. De betrouwbaarheid met betrekking tot het voorkomen van explosies is onbekend. |
|
A |
Availability |
Goed, mits schoongehouden. |
|
M |
Maintainability |
Goed, de inlaatrooster kunnen goed bereikt worden. |
|
S |
Safety |
Goed, geen bijzonderheden. |
Kennisbank
