Doel
Het verzamelen en afvoeren van hemel- en wandenwaswater en eventueel lekwater en vrijgekomen gevaarlijke stoffen en het voorkomen van dampvorming in de afvoerbuis.
Toepassingen
In het overgangsgedeelte t.p.v. de overgang naar de toeritten in tunnels, waarbij vanuit de vergunningsvoorwaarden een zuiveringstechnische voorziening wordt geëist. Overigens kan het verbeterd gescheiden systeem alleen toegepast worden als het (ongezuiverde) water van de vuilwateropslag geloosd kan worden op het openbaar rioleringsnet.
Dit moet dus wel binnen een bepaalde straal aanwezig zijn.
Detailontwerp
Bij dit systeem wordt de eerste 4 mm van een regenbui opgevangen in een vuilwaterberging en de rest in een schoonwaterberging. Om het vervuilde en het (relatief) schone water gescheiden te kunnen opvangen en afvoeren, wordt de waterkelder verdeeld in twee delen, te weten een vuilwaterberging en een schoonwaterberging. Daarnaast is de waterkelder voorzien van een ontvangstput die de functie heeft om het af te voeren water door te geven aan de vuilwaterberging en vervolgens de schoonwaterberging. Het doorstroomniveau naar de vuilwaterberging is lager gelegen dan het overloopniveau naar de schoonwaterberging. Het af te voeren water komt binnen in de ontvangstput. Deze put wordt tot het niveau van de doorstroomopening opgevuld met beton. Hiermee wordt voorkomen dat er vuil water in de put achterblijft na het afsluiten van de doorvoer naar de vuilwaterberging en er vermenging optreedt tussen schoon en vuil water. De doorstroomopening wordt voorzien van niveaugeregelde afsluiters, die ervoor zorgen dat de doorvoer naar de vuilwaterberging wordt afgesloten na de opvang van de eerste 4 mm.
Motivering
Uitgangspunt van dit systeem is dat het wegdek door de eerste 4 mm van een bui schoon wordt gespoeld. Het hemelwater dat hierna op het wegdek valt en via de riolering naar de waterkelder stroomt is relatief schoon. Het vuile water uit de vuilwaterberging wordt geloosd op het riool en het relatief schone water uit de schoonwaterberging wordt geloosd op het oppervlaktewater. Er zijn vele varianten mogelijk op dit systeem. Van belang is dat voorkomen moet worden dat er in de ontvangstput vermenging optreedt tussen vuil en schoon water. Hiertoe moet de inhoud van deze ontvangstput zo klein mogelijk worden gemaakt.
De eerste 4 mm is nogal arbitrair bepaald en zegt niet zoveel en zeker niets absoluuts over het verschil in kwaliteit van het afgevangen water in de vuilwater- en schoonwateropslag immers:
- Bij een lange smalle toerit (afwaterend oppervlak) doet de 4mm vervuild water van het hoog gelegen deel van de toerit er (veel )langer over om de waterkelder te bereiken dan bij een brede korte toerit. Dus bij een brede korte toerit is het systeem effectiever.
- Bij een langere droogteperiode zal het wegdek meer vervuild zijn dan als perioden zijn met regelmatig een regenbui.
- Bij een langere droogteperiode is de kans dat de schoonwateropslag nog vervuild is. In het andere geval wordt er mogelijk ‘vuilwater’ naar het openbaar rioleringsnet verpompt dat al voldoende zuiver is.
Conservering
Alle stalen buizen thermisch verzinkt uitvoeren.
Het milieu in de waterkelders kan zeer agressief zijn. Voor het beton in de waterkelders moet dan ook een passende milieuklasse worden bepaald met bijbehorende betondekking ten behoeve van de levensduur van 100jaar. Mogelijk is ook een extra coating te overwegen.
Kennisbank
