Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Aanbrengen van damwanden

Artikel nr. 541

Damwanden worden doorgaans ingebracht middels trillen. Soms worden damwanden nageheid wanneer deze met trillen lastig op diepte komen. Indien een slotafdichtingsmiddel wordt toegepast, dient voorzichtigheid te worden betracht bij het trillen. Door de warmteontwikkeling kan het afdichtingsmiddel bij zwaar trilwerk smelten of verbranden. Soms wordt er om die reden voor gekozen om damwanden te heien, maar dan is het gevaar groter dat een plank uit het slot loopt. Wanneer geluid en/of trillingen een probleem zijn, gaat men vaak over op drukken. Silent Piler is een drukmethode, waarbij een of meerdere reeds ingebrachte planken de reactiekracht opbrengen om de volgende damwandplank de grond in te drukken. Drukken is slechts mogelijk tot circa 8 m diep en de eerste plank is lastig op diepte te krijgen.

De heibaas heeft de dagelijkse leiding over de werkzaamheden van de stelling volgens de geldende richtlijnen alsmede de instructies van de uitvoerder. Zijn taken zijn:

  • Het begeleiden van de werkzaamheden van de heistelling/damwandstelling en de bijbehorende detailmaatvoering.
  • Het naleven van de veiligheidsmaatregelen.
  • Melden van afwijkingen en tekortkomingen aan de uitvoerder.
  • Het verzorgen van de met zijn werkzaamheden samenhangende rapportage en administratie (keuringsplan).

Voorafgaande aan de uitvoering van de heiwerkzaamheden wordt een proefsleuf gemaakt in de nabijheid van aanwezige kabels en leidingen. Coördinaten worden uitgezet conform tekening. Hierbij worden de hoekpunten van de damwanden/bouwkuipen met behulp van piketten uitgezet. Aan de hand hiervan wordt de heigording gesteld waartussen de damplanken worden ingetrild en eventueel nageheid. Nadat de damplanken zijn aangebracht wordt de gording verplaatst naar het volgende gedeelte, waarna de juiste hoogte van bovenkant damwand op de damplanken kan worden aangegeven en deze op de juiste hoogte kan worden getrild c.q. geheid.

Het inbrengen gaat met behulp van een hydraulische heistelling, uitgerust met een trilblok en/of dieselblok (om na te heien). De stelling wordt op draglineschotten opgesteld. Nadat de heigordingen zijn gesteld, wordt de eerste damplank met een damwandstrop of damwandklauwen gelost en vervolgens met behulp van een damwandstrop c.q. quick-release-shackles of sluiting opgehesen. Het trilblok staat dan tijdelijk op de voorlaatste plank. Het trilblok wordt bovenop de damwand geplaatst waarna de damplank wordt ingetrild. Vervolgens wordt de volgende damplank ingehesen en ingesloten in het slot van de vorige damplank. Na het insluiten wordt het trilblok verplaatst en wordt de damplank op de juiste diepte getrild. Dit proces wordt herhaald totdat er zo veel planken zijn aangebracht, dat de heigording opnieuw moet worden verplaatst en gesteld. Na het verplaatsen en stellen van de heigording kan het proces opnieuw worden begonnen.

Om de bouwkuip te sluiten wordt de ruimte tussen de voorlaatste en de aansluitende damwandplank opgemeten en eventuele scheefstanden van het scherm ingemeten. Vervolgens wordt deze pasplank gefabriceerd en na levering ingebracht. In principe lopen nu de sloten waartussen de sluitplank moet worden ingebracht, parallel. Ook zou gedacht kunnen worden aan het bewust niet in het slot heien van de sluitplank, maar het toepassen van een zgn. muizenval en grondinjectie.

Na inbrengen van de damwanden en het aanbrengen van het stempelraam wordt de bouwkuip ingemeten. Dit wordt tevens gedaan na ontgraven van de bouwkuip.

Tijdens de ontgraving zullen de damwandkassen schopschoon worden gemaakt met behulp van de jets op de DOP-pomp of met een spuitlans welke is voorzien van nozzles en hoge druk (ca. 12 bar). Hierbij wordt gebruik gemaakt van het water uit de bouwkuip. Tijdens het ontgraven zal een controle op de damwanden plaatsvinden. Deze controle met duikers zal inspecteren of er geen damwanden uit het slot zijn gegaan tijdens het aanbrengen.

Figuur 541.1 - Voorbeeld aanbrengen van damwanden