Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Keuze wandtype

Artikel nr. 216

 

Het meest toegepaste type kerende wand bij cut-and-cover tunnels is de stalen damwand. Meestal dient deze als tijdelijke kuipwand, maar steeds meer krijgen ze ook de functie van een permanente tunnelwand. Een beperking is het maximaal opneembare buigende moment, hetgeen ze ongeschikt maakt in situaties met een grote kerende hoogte en weinig stempelniveau’s. Ook kan de meest gebruikte aanbrengmethode, namelijk trillen of heien, veel geluids- en trillingsoverlast met zich mee brengen. Om dit laatste te voorkomen zijn er de volgende alternatieven voor het aanbrengen:

  • Statisch wegdrukken, haalbaarheid is echter sterk afhankelijk van de grondcondities.
  • Afhangen in een gegraven cement-bentonietsleuf.

Met combiwanden kunnen grotere hoogtes worden gekeerd dan met damwanden. Soms worden combiwanden ook gekozen vanwege de geringere doorbuiging. Dit kan van belang zijn in verband met benodigde kuipbreedte of toegestane deformaties en zettingen direct naast de kuip. Ook de heibaarheid is een uitvoeringstechnisch voordeel van combiwanden t.o.v. damwanden. Het nadeel van combiwanden is dat deze vaak niet getrokken kunnen of mogen worden, omdat de grond te veel wordt verstoord, waardoor de pas gebouwde tunnel wordt beschadigd. Doorgaans worden ze 2,5 m onder maaiveld afgebrand. Het aanbrengen van combiwanden is bewerkelijker en de tolerantie eisen zijn strenger omdat de damwandplanken tussen de buizen moeten passen. De voordelen ten opzichte van bijvoorbeeld een diepwand zijn het uitvoeringsgemak, de terugwinbaarheid en de snelheid waarmee gebouwd kan worden (weinig activiteiten en geen verhardingstijd). Daarentegen geeft het inbrengen van dam- en combiwanden veel geluids- en trillingsoverlast. Intrillen van damwanden en combiwanden is een zware opgave in rotsachtige bodems en bodems met obstakels (zwerfkeien etc.). Als permanente constructie dient in het ontwerp meer dan bij diepwanden terdege aandacht te worden besteed aan corrosie (vooral bij projecten in de nabijheid van een spoor i.v.m. zwerfstromen) en lekkage (met name door de sloten).

Diepwanden zijn doorgaans duurder en bewerkelijker dan combiwanden. Een ander nadeel is dat diepwanden niet herwinbaar zijn. Duidelijk voordeel is de geluids- en trillingsvrije realisatie. Ook is de heibaarheid bij diepwanden geen probleem. Ontwerptechnisch zijn diepwanden beter qua duurzaamheid en het vermogen om drukbelastingen over te brengen. Bovendien zijn diepwanden in het algemener stijver dan dam- en combiwanden. Dit maakt het dat diepwanden het bij permanente constructies vaker winnen van combiwanden dan bij tijdelijke bouwkuipconstructies.