Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Conform ROK [27] paragraaf 13.14 moet voor gespoten bekleding een mechanisch verankeringssysteem aanwezig zijn, dat de in de ROK [27] vermelde gelijkmatig statische verdeelde belasting ter grootte van 3 kN/m2 (ten gevolge van de zuigbelasting door het verkeer) moet kunnen dragen. Dit verankeringssysteem moet een bepaalde levensduur hebben conform paragraaf 4.2 van de ROK [27].

Uit ervaring blijkt dat het op lange termijn niet gegarandeerd is dat bij een alleen op aanhechting verbonden gespoten bekleding de aanhechtsterkte duurzaam aanwezig is of behouden blijft. Het bevestigingssysteem kan bestaan uit een in de gespoten bekleding opgenomen netje door middel van boutjes aan het beton (corrosievast) bevestigd. Het bovenstaande houdt niet in dat geen aandacht besteed hoeft te worden aan de aanhechting van de gespoten hittewerende bekleding. Het mechanische verankeringssysteem dient als vangnet voor als onverhoopt de aanhechting lokaal onvoldoende is of in de loop der tijd achteruit zou zijn gegaan.

Er wordt onder andere gespoten materiaal toegepast. Bij het Gouwe aquaduct is bijvoorbeeld een product aangebracht dat gebaseerd is op vermiculiet. Enkele jaren later met de uitvoering van het renovatieprogramma voor tunnels, waren er meerdere goedgekeurde materialen beschikbaar. Al deze materialen waren gebaseerd op vermiculiet.

In de Groene Harttunnel is een gespoten hittewerende spuitpleisterbekleding aangebracht, vergelijkbaar met de bekleding die is toegepast in de Westerscheldetunnel.

De toegepaste hittewerende bekleding heeft een laagdikte die meestal varieert tussen de 35 en 50 mm. De bekleding is voorzien van een wapeningsnet van roestvast staal en verankerd met roestvast stalen ankers aan het beton. De ankers zijn aan het wapeningsnet bevestigd. Om een goede aanhechting met het beton te verkrijgen werd het betonoppervlak met stoom gereinigd. De droge mortel bestond uit een gemodificeerd mengsel van vermiculiet en cement en water. Omdat het proces van het mengen tot en met spuiten volledig geautomatiseerd is de kans op uitvoeringsfouten minder groot.

Motivering

Voordelen:

  • Er zijn geen voegen/openingen aanwezig in de spuitmortel die er wel zijn bij platen.

Nadelen:

  • Voor de benodigde dikte van bijvoorbeeld 30 mm moet men vaak terugkomen; een tijdrovende bezigheid.
  • Een probleem bij dit materiaal blijft de hechting van de isolatielaag aan de ondergrond.
  • Spuitpleister geeft tijdens de bouwfase veel overlast ten gevolge van afval, echter ook tijdens de gebruiksfase.

Aspecten ten aanzien van de RAMS-score

Tabel 316.1 - Aandachtspunten RAMS-criteria gespoten bekleding

Variant

Gespoten bekleding

R

Reliability
(Betrouwbaarheid)

Goed, mits deze op een correcte wijze zijn aangebracht

A

Availability
(Beschikbaarheid)

Gelimiteerd, i.v.m. benodigde inspecties en vervanging

M

Maintainability
(Onderhoudbaarheid)

Goed, mits deze op een correcte wijze zijn aangebracht

S

Safety
(Veiligheid)

Goed, mits deze op een correcte wijze zijn aangebracht

Figuur 316.1 - Passieve inwendige hittewerende maatregelen