Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Functies:

  • Toestaan van geringe bewegingen loodrecht op en evenwijdig aan het voegvlak.
  • Toestaan van rotatie.

Toepassingen

Bij leidingen t.p.v. dilatatievoegen zowel in constructiebeton als in ballastbeton.

Detailontwerp

Zie figuur 270.1, figuur 270.2 en figuur 270.3.

Aan het uiteinde van de eerst te storten moot wordt een met 20 mm airex omwikkelde U2-koppeling (P.V.C.) of komeetkoppeling (vezelcement) ingestort.

Bij doorvoer van leidingen ø 63/55 wordt veelal een ‘verlengde’ U2 koppeling toege­past. Door de grotere lengte van de koppeling ten opzichte van een normale U2-koppeling zijn grotere veranderingen op te vangen zonder dat de afdichting in gevaar komt.

Figuur 270.1 - Detailontwerp buis met U2-koppeling

Figuur 270.2 - Detailontwerp buis met komeetkoppeling Opgemerkt wordt dat het weergegeven detail een voeg zonder voegbreedte betreft (bv als in geval van een afgezonken tunnel), echter het principe wijkt hiervan niet af.

 

Naast bovengenoemde oplossingen wordt bij kleine mantelbuizen (tot 19 mm) over een lengte van 1 m een extra buis met een diameter van 32 mm aangebracht. De uiteinden van deze buis worden afgekit om te voorkomen dat (cement)water in de buis stroomt.

Motivering

Om enige zetting te kunnen opnemen wordt de koppeling omwikkeld met airex of een ruimere extra omhullingsbuis toegepast.

Conservering

Niet van toepassing.