Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Doel

Het beheerst afvoeren van lek- en waswater.

Toepassingen

In het gesloten deel van de tunnel.

Detailontwerp

De hoeveelheid lekwater in tunnels is zeer beperkt. Bij toepassing van direct bevestigd spoor loopt het lekwater in een open goot naar een pompput op een lager gelegen punt. Van daaruit wordt het water afgepompt.

Motivering

Een open goot naast de spoorconstructie is de goedkoopste oplossing om een vloeistofafvoer te creëren. Het lekdebiet is normaalgesproken dusdanig laag dat een kleine pompput voldoet.

Voor de Noord-Zuidlijn in Amsterdam is het voorstel om de pompen achterweg te laten en de opvangputten op te nemen in de schoonmaakronde en leeg te maken middels een mobiele onderhoudsinstallatie. Dit is mogelijk omdat de hoeveelheid lekwater zeer beperkt is.

Figuur 400.1 - Pompput Boortunnel Statenweg Rotterdam

Aspecten ten aanzien van de RAMS-score

Tabel 400.1 - Aandachtspunten RAMS-criteria rioleringssysteem metrotunnels.

Variant

Open goot naast spoorconstructie

R

Reliability
(Betrouwbaarheid)

Matig, de pomp behoeft zelden tot nooit te werken.

A

Availability
(Beschikbaarheid)

Goed, de open goot functioneert altijd.

M

Maintainability
(Onderhoudbaarheid)

Goed, de goot en de pomp zijn eenvoudig te bereiken vanuit de tunnelbuis.

S

Safety
(Veiligheid)

Matig, bluswater blijft in de tunnel staan.

Figuur 400.2 - Pompput Boortunnel Noordzijdlijn Amsterdam