Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Bij station Utrecht Lunetten is een tweetal dive-unders gerealiseerd ten behoeve van kruisingsvrije passage van de sporen richting Den Bosch en Arnhem. De dive-unders zijn enkelspoor, waarbij aan één zijde een inspectie/vluchtpad is gesitueerd met aan de andere zijde een kabelkoker. Onder het vluchtpad is een kabelkoker, gecombineerd met een afvoergoot aanwezig. In de ballastkering langs het vluchtpad zijn openingen 300×150 mm opgenomen met een tussenafstand van 1,0 m, afgedekt met een rooster. Door de afvoergoot stroomt het water via een zandvang de waterkelder in. Vanuit de pompzonk wordt het water met een tweetal dompelpompen opgepompt en op open water geloosd. De waterkelder is deels naast tunnel geprojecteerd. Met een trap vanaf maaiveld kan de pompruimte en waterkelder worden bereikt. De waterkelder heeft een stahoogte van tenminste 2,0 m en afschot richting pompzonk.

Figuur 413.1 - Doorsnede toerit dive-under Vleugel

Figuur 413.2 - Bovenaanzicht vloer waterkelder

Figuur 413.3 - Dwarsdoorsnede waterkelder

Figuur 413.4 - Langsdoorsnede waterkelder