Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Bovenbelasting

Artikel nr. 67

De volgende typen bovenbelasting worden onderscheiden:

  • Verkeersbelasting
  • Uniforme bovenbelasting
  • Toekomstige bovenbelasting op en naast de tunnel
  • Specifieke bovenbelasting, zoals door een gebouw op de tunnel

Met betrekking tot het laatstgenoemde type bovenbelasting wordt opgemerkt dat grootschalige bebouwing op, of boven een verkeerstunnel, door Rijkswaterstaat (nog) niet wordt toegestaan. De reden daarvan is dat moeilijk aan te tonen valt dat wordt voldaan aan de eisen m.b.t. het externe (groeps-)risico. Door niet op de tunnel te bouwen is er geen gevaar voor extra doden als gevolg van een falende tunnel bij een explosie. Pas wanneer de tunnel explosiebestendig kan worden gebouwd, zou verdergaande bebouwing op de tunnel mogelijk kunnen zijn. Een uitzondering kan worden gemaakt voor functies die een zeer beperkt groepsrisico opleveren, zoals een park, parkeerplaats of beperkte laagbouw, waarbij moet worden gedacht aan een infocentrum of winkeltje.

Verkeersbelasting

Naast de verkeersbelasting in de tunnel kan verkeersbelasting ook bovenop tunnels aanwezig zijn. Verwezen wordt naar NEN-EN 1991-3 [103] .

Voor spoortunnels gelden daarnaast de eisen vermeld in OVS00201 [24]. De eisen 3.1.1.14 t/m 3.1.1.17 gaan in op de drukbestendigheid, de drukbelasting Dp en de stuwdruk q als gevolg van treinpassages. Verdere eisen hieromtrent zijn gegeven in 4.2 van OVS00201 [24].

Uniforme bovenbelasting naast constructies als damwanden

Ook als geen specifieke uniforme bovenbelasting aanwezig is, kan het in de vraagspecificatie zinvol zijn een uniforme (variabele) bovenbelasting te eisen van bijvoorbeeld 20 kN/m2, waarmee maaiveldafwijkingen en/of “vergeten” items kunnen worden afgedekt (zie ook §10.1 van ROK [27]). Ook de belasting tijdens bouwactiviteiten kan onder de categorie uniforme bovenbelasting vallen.

Toekomstige bovenbelasting

Zowel op als naast de tunnel kan sprake zijn van een toekomstige bovenbelasting. In het kader van een toekomstige bovenbelasting direct op de tunnel (bijvoorbeeld een park met bomen en een mensenmenigte, een parkeerplaats of een onderhoudsvoertuig) is het verstandig dit in rekening te brengen door een gelijkmatig verdeelde veranderlijke bovenbelasting van bijvoorbeeld 30 kN/m2. Deze geadviseerde minimum waarde geeft de nodige vrijheid voor de inrichting van het tunneldak en toekomstige wijzigingen daarin, zonder daarin extreem te zijn.

Behalve de grootte van de belasting zelf kan ook sprake zijn van specifieke, daarmee verband houdende eisen. Als naast of op de tunnel in de toekomst een bouwwerk wordt gerealiseerd kunnen in de vraagspecificatie eventuele eisen worden opgenomen over belastingen op de tunnel door ontgravingen, waterstandsverlagingen, bouwkuipaansluitingen, afstempelingen.

Specifieke bovenbelasting

Als op de tunnel een gebouw wordt gerealiseerd moet naast de directe belasting van dat gebouw ook rekening worden gehouden met belastingen tijdens de bouw.

Eis 3.3.1.2 van OVS00201 [24] vermeldt dat eventuele overbouwing van de tunnel geen invloed mag hebben op de tunnelconstructie. Hierbij dient ook rekening te worden gehouden met mogelijkheden van latere ontgravingen boven of naast de tunnel. Ook zettingsgedrag van grondlagen onder het funderingsniveau van bouwblokken kunnen invloed hebben op de tunnel.

Zoals eerder opgemerkt wordt grootschalige bebouwing op of boven een verkeerstunnel momenteel door Rijkswaterstaat niet toegestaan.