Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Achtergronden en regelgeving

Artikel nr. 91

Veelal wordt een rubbermetalen voegstrook in de dilatatievoeg van tunnelmoten toegepast. De volgende documenten, aanwezig in de COB Databank, geven achtergronden hierover:

  • Vlaketunnel – Liftproef rubber voegprofiel W9B [109].Deze rapportage gaat in op de rek die het rubber profiel kan ondergaan alvorens lekkage optreedt.
  • Lekkage in tunnels – Dilatatievoegen in beton [110].
  • Injectie van een rubbermetalen voegstrook [110]. Dit rapport beschrijft onder andere berekeningen van de voegconstructie.
  • Injecteerbare dilatatie voegstrook W9U-I [111]. In deze publicatie komen de praktische uitvoeringsaspecten aan de orde.

Opgemerkt wordt dat er namens Prorail ook een liftproef met een W9Ui profiel uit de Willemsspoortunnel is uitgevoerd.

Waterdichtheid

In hoofdstuk 13.14 van ROK [27] wordt ten aanzien van de waterdichtheid ingegaan op rubberen voegafdichtingen voor tunnels. Hierin wordt doorverwezen naar NEN 7030 Waterkerende dilatatievoegstroken en al of niet waterkerende oplegstroken van rubber [111].

De zettingseisen voor op staal gefundeerde tunnels zijn primair bedoeld om het rijcomfort te garanderen. Waterdichtheid van het type rubbermetaalvoegstrook zijn afhankelijk van de heersende waterdruk en de grootte van alle te verwachten verplaatsingen in de voeg. Grond- en vuildichting worden veelal door andere profielen of voorzieningen verzorgd.

Gronddichtheid

Onvoldoende gronddichtheid kan leidden tot schade aan de constructie door het indringen van grond in dilatatievoegen en het daardoor belemmeren van de bewegingsruimte. Bij open toeritten is dit verschijnsel een probleem, aangezien het tot paalbreuk kan leiden. Het mechanisme is als volgt: ’s Winters staan voegen open en er treedt grond in de voeg. In de zomer wordt het uitzetten van de constructie en dus het verkleinen van de voeg, verhinderd doordat de voeg vol zit met grond. De constructie gaat als geheel verplaatsen. De volgende winter wordt de constructie weer korter, voeg gaat open, meer grond erin etc..

De gronddichtheid speelt ook een rol bij de (tijdelijke) bouwputbegrenzing. Bij onvoldoende gronddichtheid van een damwand, boorpalenwand of diepwand bestaat het risico voor ontoelaatbare beïnvloeding (waaronder deformatie) van belendende constructies.

Luchtdichtheid

Eisen ten aanzien van de luchtdichtheid hebben onder andere betrekking op de (vlucht)deuren en de doorvoeringen van het vluchtkanaal van de tunnel. Voor bepalingen over (vlucht)deuren wordt verwezen naar de Basisspecificatie TTI RWS Tunnelsystemen versie 1.2 (BSTTI) [80].

Overzicht normen

Producenten van dilatatievoegenbanden kunnen deze zelf controleren, testen op vorm en materiaaleigenschappen. In dit geval spreekt men over WN werk norm of fabrieksnorm voegenbanden. Daarnaast kan de producent er voor kiezen deze werk norm voegenbanden extern te laten controleren door bijvoorbeeld: TNO, MPA, INTRON, enz.

De producent kan er ook voor kiezen voegenbanden volgens een nationale en/of internationale voegenband-norm te laten vervaardigen. In deze voegenband-normen zijn vaak minimale en/of maximale waardes voor breuk-rek verhoudingen, treksterkte enz. opgenomen. Ook kunnen profiel geometrieën nader omschreven zijn. Voorbeelden van deze normen zijn:

  1. ASTM D412-75 (American Standerd Test Method)
  2. BS 2571 (British Standard)
  3. NEN 7030 (Nederlandse Eenheids Norm)
  4. DIN 7865 (Deutsche Industrie Norm)
  5. DIN 18541 (Deutsche Industrie Norm)
  6. DIN 18197 (Deutsche Industrie Norm)

De voor Nederland belangrijkste normen worden hieronder uitvoerig besproken.

NEN 7030: Nederlandse norm speciaal bedoeld voor Rubber voegprofielen. In deze norm worden de eisen en testen voor materiaal samenstelling en mechanische eigenschappen vastgesteld. De producent is niet verplicht tot een externe controle.

Tabel 91.1 – NEN 7030 rubber voegprofielen

NEN 7030
Rubber SBR
Hardheid (shore A) 60 +/- 5
Shore A (de waarde 60 is een door de fabrikant op te geven waarde)
conditionering 72 uur bij 0 gr C < 5 Shore A verandering beginwaarde
conditionering 72 uur bij -10 gr C < 8 Shore A verandering beginwaarde
Treksterkte > 17,1 N/mm2
Rek bij breuk > 375 %
Scheursterkte (N) > 31,1 N of bij een 8 mm2 proefstrook is dat
3,89 N/mm2
Duurzaamheid na 14 dagen 70 C volgens Geer-Evans opgehangen in een luchtthermostaat
verandering treksterkte < 25 %
Rek bij breuk < 30 %
Hardheid < 8 Shore A verandering beginwaarde
Compressie set 72 uur 20 gr C < 10 % , geen barsten of scheuren
Wateropname < 30 gr/m2
Bestendigheid tegen ozon 120 uur geen barsten
/ 25 pphm/23 gr C/ 20 %
 

Bestendigheid tegen koude

Hardheidsverandering bij 0 gr C < 5 Shore A verandering beginwaarde
Hardheidsverandering bij -10 gr C < 8 Shore A verandering beginwaarde

DIN 18541: Duitse norm speciaal bedoeld voor voegprofielen uit tricomeren. In deze norm worden de eisen en testen voor materiaal samenstelling, vorm en afmetingen en mechanische eigenschappen vastgesteld. De producent is verplicht tot een externe controle. Op het voegenband moeten type aanduiding, DIN-codering, chargenummer en markering van de externe controle-instantie duidelijk zichtbaar zijn!

Tabel 91.2 – DIN 18541 voegprofielen

Materiaaleigenschappen (uittreksel uit DIN 18541 deel 2)
Nr. Eigenschap Test volgens DIN NB BV
1 treksterkte in N/mm2 53455 10 10
2 53455 350 350
3 53505 67 ± 5 67 ± 5
4 53507 12 12
5 53455 200 200
6 verandering bij bewaring
in bitumen
(28 dagen, 70 graden in %)
– treksterkte 53455 ± 20
– rek bij breuk in % 53455 ± 20
– E-module 53457 ± 50

DIN 7865: Duitse norm speciaal bedoeld voor rubber voegprofielen. In deze norm worden de eisen en testen voor materiaal samenstelling, vorm afmetingen en mechanische eigenschappen vastgesteld. De producent is verplicht tot een externe controle. Op het voegenband moeten type aanduiding, DIN-codering, chargenummer en markering van de externe controle-instantie duidelijk zichtbaar zijn.

Tabel 91.3 – DIN 7856 rubber voegprofielen

DIN 7856
Shore-A-Harte 62 +/- 5
Zugfestigkeit min. 10 N/mm2
Reissdehnung min 380 %
Druckverformingsrest
168 h/23 gr C max 20 %
24 h/ 70 gr C max 35 %
Weiterreissfestigkeit min 8 N/mm
Kalteverhalten max 90 Shore A
Verhalten Ozon Ozon Rissstufe 0
Zugformungsrest max 20 %
Metallhaftung Bruch im Elastomer
Formbestandigkeit Heissbitumen Kein

DIN 18197: Is een Duitse toepassingsnorm waarbij de keuze van het toe te passen type voegenband in relatie met werking en waterdruk gebracht wordt. Zo kan de ontwerper op basis van zijn parameters een verantwoorde keuze voor het toe te passen dilatatievoegenband maken.

De meest voorkomende dilatatievoegenbanden in tunnels en onderdoorgangen zijn de W9U/W9U injectie (NEN norm) en de FMS-350/400/500, eventueel met injectie (DIN norm).

Tabel 91.4 – vergelijking DIN/NEN

Vergelijk DIN/NEN NEN DIN 7856

Materiaal W9U

FMS 350

Hardheid (shore A) 60 +/- 5 60 +/- 5 62 +/- 5

61

Trekvastheid N/mm2 17,1 17,1 17,1

17,1

Rek-/Breuk % 375 375 > 380 %

454

Treksterkte gevulkaniseerd voegenband kN 21,1 21,1

Treksterkte verbinding staal/rubber kN 21,1 21,1

De meest kritische eisen zijn de treksterkte, rek bij breuk en de scheursterkte.

Als de hardheid (shore A) toeneemt neemt de scheursterkte af.