Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Afdichting achterzijde grote hulppost en nis brandblusleiding

Artikel nr. 463

Functie

Het brand- en/of hittevrij houden van het middentunnelkanaal bij brand in één der tunnelbuizen. Bescherming bieden van de brandblusleiding bij brand.

Toepassingen

In de wanden van het middentunnelkanaal van verkeerstunnels achter de hulpposten en vóór de brandblusleiding in het gesloten gedeelte, overgangsgedeelten en toeritten.

Detailontwerp

Ter plaatse van het gesloten gedeelte worden de hulppost en de nis aan de middentunnelkanaalzijde afgedicht met hittewerende bekleding. De hittewerende bekleding dient voor 2 uur branddoorslag te voorkomen. Terplaatse van de toeritten wordt de sparing van de hulppost niet helemaal doorgezet. Er is dus aan de achterzijde geen afdichting nodig. In verband met de vereiste dekking in relatie tot de levensduur en de eisen ten aanzien van brandwerendheid zal de wanddikte minimaal 600mm moeten zijn. In de landtunnel (lagere eisen) A2 tunnel te Maastricht zijn de wanden 500 mm. De plaats van de nis onder de hulppost t.b.v. de brandblusleiding is afhankelijk van de plaats van de brandblusleiding in de kabelgoot (zie doorsneden B en B’).

Motivering

De nis ten behoeve van de brandblusleiding in de toeritten is wat groter dan die in het gesloten gedeelte, omdat de compensator die tussen de brandblusleiding en de haspel zit niet in de kabelgoot past en dus gedeeltelijk in de nis wordt geplaatst.

Conservering

Bevestigingsmiddelen dienen uitgevoerd te worden in RVS kwaliteit A4.

Figuur 463.1 - Afdichting achterzijde hulppost type A en nis brandblusleiding

Opgemerkt wordt dat in de figuur een nis is getekend naast de hulppost. De positie en afmeting van deze nis is in werkelijkheid afhankelijk van de plaats van de brandblusleiding in de kabelgoot. Tegenwoordig wordt bij veel landtunnels de centrale blusleiding in een bovenhoek van het vluchtkanaal geplaatst. Bij de meeste zinktunnels is dat onder de vloer van het vluchtkanaal.